Werk in uitvoering

Vernatten bos Diemerscheg

Een van de onderdelen van het ontwikkelingsperspectief Diemerscheg is de pilot 'nat klimaatbos'. We gaan onderzoeken wat het verhogen van het waterpeil betekent voor de natuur, bodemdaling en recreatie in het bos. De pilot wordt uitgevoerd op drie kleine percelen in het oostelijke deel van het Diemerbos.

We onderzoeken wat het verhogen van het waterpeil betekent voor de natuur, bodemdaling en recreatie in het bos.

Locatie

Diemerbos, ook wel Gemeenschapspolder genaamd, een natuur- en recreatiegebied tussen Diemen, Amsterdam-Zuidoost en Weesp (NH).

Looptijd

  • 2023-2024 Voorbereidingsfase en 0-meting
  • 2024 Uitvoeringsfase: najaar, onder voorbehoud vergunningen
  • 2025-2026 Monitoring en evaluatie (afhankelijk van start uitvoeringsfase)

Ontwikkelperspectief Diemerscheg

De Diemerscheg ligt aan de oostkant van Amsterdam en loopt van het Flevopark in Amsterdam, via Diemen naar Weesp en de Vechtstreek. Deze groene zone wordt doorsneden door spoorlijnen, rijkswegen en kanalen. Daartussen liggen waardevolle natuur- en recreatiegebieden. De gemeenten Amsterdam, Diemen, Gooise meren, Waterschap Amstel, Gooi en Vecht, recreatieschap Groengebied Amstelland en Staatsbosbeheer hebben een zogeheten ontwikkelingsperspectief voor de Diemerscheg opgesteld. Hiermee willen we samen de verschillende uitdagingen en kansen in het gebied aanpakken.

Broekbos

Een onderdeel van de plannen is de pilot 'nat klimaatbos'. In deze pilot gaan we onderzoeken wat het verhogen van het waterpeil betekent voor de natuur, bodemdaling en recreatie in het bos. De pilot wordt uitgevoerd op drie kleine percelen in het oostelijke deel van het Diemerbos. De ambitie is de kenmerkende kwaliteit van het Diemerbos uit te bouwen tot een groter en natter broekbos-ecosysteem in de Diemerscheg. Dit is vergelijkbaar met de vochtige bossen rondom het Naardermeer. In hoofdstuk 4.4. van het ontwikkelingsperspectief lees je meer hierover.

Pilot nat klimaatbos

Doordat het waterpeil in de gemeenschapspolder in het verleden is verlaagd, daalt de bodem. De veenbodem breekt af (oxideert) en hierbij komt er veel CO2 vrij. Tijdens de pilot wordt het waterpeil met enkele centimeters verhoogd. Hierdoor vermindert of stagneert naar verwachting de bodemdaling. Bovendien gaat het de uitstoot van CO2 tegen. Op de (veel) langere termijn kan het verdwenen laagveen weer langzaam opbouwen.

De pilot betreft niet alleen bos, maar ook open water, veenrestanten en gras- en rietland. Op drie plekken gaan we onderzoeken wat de effecten zijn van waterpeilverhoging. Naast het tegengaan van bodemdaling en het lokaal tegengaan van CO2 uitstoot, heeft het ook andere voordelen. Bijvoorbeeld de functie als waterbuffer, in perioden van veel neerslag of meer verkoeling tijdens hete dagen.

Het is zeker niet de bedoeling dat het pilotgebied permanent onder water staat, maar het wordt wel een stuk natter. In de winter zal het onderzoeksgebied behoorlijk drassig zijn, in de zomerperiode iets droger. Die vernatting kan van invloed zijn op de aanwezige recreatieve voorzieningen, denk aan struin- en wandelpaden. Mogelijk moeten die worden aangepast of herzien. Een kritische beschouwing hiervan is onderdeel van de pilot. Tijdens de pilot wordt met bezoekers van het gebied hierover nagedacht.

De pilot duurt drie jaar en onderzoekt onder andere of een uitbreiding van een nat klimaatbos haalbaar is, wat de effecten op beheerkosten zijn en hoe logische vervolgstappen er uit zien. Staatsbosbeheer is trekker van de pilot. Samen met de gebiedspartners als gemeenten en recreatie- en waterschap zijn keuzes gemaakt over locatie, gewenste maatregelen en effectbepaling.

Locaties

Voor deze pilot zijn drie deelgebieden geselecteerd in de Diemerscheg. Hierbij is rekening gehouden met bodem, kwaliteit van het landschap, bos en natuur en waterpeil,]. En ook met aspecten als natuurdoeltypen, ruimtelijke ordening en eigendomssituatie. 

  1. De moeraskern van het Diemerbos.
    Deze zone sluit goed aan bij het kenmerkende landschap van de Diemerscheg. Zones met (moeras-)bos, gras, riet, en open water wisselen elkaar af. In de veenputjes groeien al veenmossen. De waterstand is nu lager dan het peilbesluit. In de zomer kan dit te ver uitzakken wat veenontwikkeling remt.
  2. Het bos langs het Amsterdam-Rijnkanaal.
    De kwaliteit van het bos is door de essentaksterfte hard achteruitgegaan. Met het beperkt omhoog brengen van de waterstand kan hier een bos ontwikkelen dat beter aansluit op natte omstandigheden, zonder te veel schade aan eerdere investeringen te veroorzaken.
  3. Het bos van Betlem.
    Een geïsoleerd bos tussen de A1 en de A9. Het aanvoeren van water is hier niet mogelijk, maar deze locatie is geschikt om te zien of in de winter extra lang regenwater kan worden vastgehouden.

Bekijk de kaart met deelgebieden en de toelichting op keuze van de drie locaties zoals deze door de projectgroep zijn voorgelegd aan de bestuurders. Op korte termijn komt hier ook het definitieve ontwerp beschikbaar.

Werkzaamheden

De gewenste maatregelen binnen de pilot zijn voorbereid met Waterschap Amstel, Gooi en Vecht. Het gaat dan vooral om het plaatsen van stuwen voor gebied 1 en 2, zodat in de zomermaanden extra water uit het Amsterdam-Rijnkanaal naar het gebied kan worden ingelaten. Hiervoor is het ook gewenst enkele dicht gegroeide sloten weer open te graven. Op enkele plekken moeten er bomen worden verwijderd, zodat hier een sloot met berm kan worden gemaakt die de aanwezige sloten met elkaar verbindt. Fiets- en ruiterpaden zijn vooralsnog buiten de pilotgebieden gehouden om te voorkomen dat ze te nat en onbruikbaar worden. Om te voorkomen dat het water ongecontroleerd wegstroomt, verhogen we op enkele plaatsen wel de laagste delen.

Monitoren effecten

Bossen en andere natuur ontwikkelt zich langzamer dan de looptijd van de driejarige pilot. Deze periode is te kort om hele grote verschillen te meten. Wel wordt het duidelijk of bepaalde processen starten. We gaan dit vergelijken met kennis over veengroei.

Het waterschap kijkt met name naar de grondwaterstand en de waterkwaliteit. In welke mate daalt het water in de bodem in droge periodes en wat is het ontstane verschil door het opzetten van het peil in de sloten. Hiervoor zijn in het voorjaar van 2023 peilbuizen geplaatst die de grondwaterstand in het midden van de percelen meten. Ook neemt het waterschap op strategische plaatsen watermonsters, zodat effecten op zowel de waterkwantiteit als waterkwaliteit te beoordelen zijn. Het is niet de bedoeling dat de uitspoeling van stoffen als stikstof en fosfaat uit de bodem toeneemt. Staatsbosbeheer kijkt met name naar de biodiversiteit: de diversiteit aan plantensoorten, structuur van bossen en, indien relevant voor de pilot, ook voedingsstoffen (nutriënten) en fauna in de bodem.

Voor de recreatieve functie van een nat klimaatbos gaan we graag in gesprek met de omgeving. Dat starten we na de uitvoeringsfase op, wanneer we de diverse aspecten gaan monitoren. Hoe beleven en ervaren bezoekers de natuur- en recreatiegebieden in de Diemerscheg? Wat is er nodig als er in de toekomst een groter nat klimaatbos in de Gemeenschapspolder zou komen (zoals benoemd in de ambitie van de stuurgroep, zie blz. 46 van het ontwikkelingsperspectief)? Hoe sluit dit aan op de behoeften en het gewenste gebruik van het gebied? We willen hier diverse gebiedspartners en de omgeving bij betrekken. Hoe we deze vragen gaan stellen wordt nog nader uitgewerkt.

Samenwerking

Het samenwerkingsverband bestaat uit Waterschap Amstel, Gooi en Vecht, gemeenten Amsterdam, Diemen, Gooise Meren, Recreatieschap Groengebied Amstelland en Staatsbosbeheer. De pilot wordt financieel mogelijk gemaakt door de Groene Uitweg, de Regeling specifieke uitkering Uitvoeringsprogramma Natuur van de provincie Noord-Holland (revitalisering bossen), de Stuurgroep Diemerscheg en de Europese Unie - NextGeneration EU.

Logo Provincie Noord-HollandLogo Europese Unie - NextGenerationEU

Downloads

Contact
Jan den Boef
Jan den Boef Projectleider
Meer over dit onderwerp