Nieuws

Mêêtjes, reetjes en haaimannen: een bijzonder Schouws verhaal

  • 21 november 2025
  • Leestijd 5 minuten

Auteur

Marijke Lieman

Boswachter

Tussen de duinen en de polders van Schouwen liggen stukjes landschap die bijna verborgen lijken. Smalle stroken, kleine greppels, elzen die al generaties lang worden afgezet. Voor velen een vertrouwd beeld, maar niet iedereen kent de naam: elzenmeten. Deze bijzondere percelen vormen een levend stukje Zeeuwse geschiedenis.

Een elzenmeet is een perceel op de overgang van duin naar polder.

Over elzenmeten en haaimannen

Eerlijk gezegd had ik er zelf nog nooit van gehoord: elzenmeten. En zo vreemd is dat niet. Zelfs journalist en schrijver Caspar Janssen noemt ze niet in zijn onlangs verschenen boek Tussen horst en griend, waarin hij toch zo’n zestig soorten oude landschapselementen beschrijft.
Maar elzenmeten dus. Ze komen vooral op Schouwen voor, al vind je ze soms ook elders.
Een elzenmeet is een perceel op de overgang van duinen naar polder. Het land is verdeeld in smalle, evenwijdige stroken van ongeveer vier meter breed — of eigenlijk 3,72 meter: één Schouwse roe. Aan beide kanten van die stroken liggen greppels. De grond en modder die bij het graven en schoonmaken van die greppels vrijkwamen, werden op de stroken gegooid. Daardoor ontstonden lichte ruggetjes, die je nu nog steeds kunt herkennen.
Op de rand van strook en greppel plantte men elzen, meestal om en om. Dus niet precies tegenover elkaar. Daardoor ziet een elzenmeet er niet strak uit, maar eerder wat speels.

Mêêtjes en reetjes

Dat wat ‘organische’ beeld wordt nog sterker doordat de elzen vaak een beetje de greppel in groeien. Dat zit zo: vroeger werden elzen eens in de 7 tot 10 jaar afgezet. Dat betekent dat ze laag bij de grond werden afgezaagd. Wat overbleef was een brede stobbe (ook wel tronk) waaruit de boom daarna weer met meerdere stammen uitgroeide.
Bijna overal zie je dat die bomen, wanneer ze opnieuw uitlopen, nét iets verder richting de greppel groeien.
Volgens Jan Janse, adviseur landschap en cultuurhistorie in de Zuidwestelijke Delta, worden elzen door dat regelmatig kortzetten zelfs ouder dan wanneer je ze laat doorgroeien. “Er wordt gedacht dat ze wel drie keer zo oud kunnen worden.”
Zo’n landschap van mêêtjes en reetjes (de bolle stroken en de greppels) vraagt wel veel onderhoud: het afzetten van de elzen, het schoonmaken van de greppels… Die greppels zijn meestal zo’n veertig centimeter diep, maar zonder onderhoud lopen ze snel vol met bladeren en plantenresten. Vroeger moesten pachters na het hakken ook nog twee jaar de jonge uitlopers vrijhouden van bijvoorbeeld braam en hop.

Het grote verdwijnen

Elzenmeten werden waarschijnlijk al in de veertiende eeuw aangelegd. Op negentiende-eeuwse kaarten, die Jan laat zien, staan nog honderden hectares van zulke smalle stroken ingetekend. Nu is daar nog maar een klein deel van over.
Dat komt vooral doordat de producten van deze percelen niet meer nodig zijn, of omdat moderne landbouw veel goedkoper kan werken. Op zulke smalle stroken gras of akkerland beheren is natuurlijk lastig.
Door ruilverkavelingen na de oorlog, en door herstelwerk na de Watersnoodramp, werd de landbouw grootschaliger. De elzenmeten verloren toen hun functie en verdwenen.
Ook daalde de vraag naar elzenhout, onder andere doordat bakkersovens en meekrap-meestoven verdwenen. Meestoven gebruikten namelijk de wortels van meekrap om rode kleurstof te winnen — totdat synthetische kleurstoffen het overnamen. Bovendien maakte de komst van elektrische vuurtorens het stoken van vuur overbodig.

En die haaimannen uit de titel dan?

Jan legt uit: “De meeste bronnen gaan ervan uit dat elke elzenmeet ooit een haaiman was: arm, zanderig land aan de duinrand dat als grasland werd gebruikt. Dat woord ‘haai’ hangt waarschijnlijk samen met ‘hooi’. En ‘man’ zou dezelfde betekenis kunnen hebben als ‘meet’, zoals op Goeree: gezamenlijk bezit.”
Om het wat ingewikkelder te maken: het ‘meet’ uit elzenmeet komt van ‘gemet’, een oude oppervlaktemaat van 0,42 hectare.
Als je dit allemaal weet, is het nog best lastig om buiten precies te zien wat wat is.
Neem het perceel tegenover de werkschuur in Burgh-Haamstede. Op het eerste gezicht denk je: dat is een elzenmeet. Maar Jan en collega-boswachter beheer Alex de Visser leggen uit dat de rechter strook waarschijnlijk een oude, doorgeschoten rest is — en dat de linkerkant een latere reconstructie is binnen een haaiman.

Meer dan Ot-en-Sien-natuur

Elzenmeten zijn niet alleen cultuurhistorisch bijzonder, maar ook ecologisch waardevol. Het Planbureau voor de Leefomgeving benoemt in haar recente toekomstverkenning dat lijnvormige elementen zoals heggen, singels en akkerranden belangrijk zijn voor natuur en landschap.
Hier op Schouwen gebruikt de bunzing de elzenmeten graag. En in het najaar komen er veel trekvogels op af, zoals sijzen, vinken en puttertjes, die de zaden uit de elzenproppen eten.”
Jan vult aan: “Het systeem van de elzenmeten was heel slim. Ze hielden het kwelwater uit de duinen vast, zodat de polders niet te nat werden. Nu ‘water en bodem sturend’ een belangrijk principe is, kunnen we veel leren van deze oude landschapselementen. Ze waren niet voor de sier; ze losten een heel concreet probleem op.”

De uitvoering van dit project is gefinancieerd met behulp van subsidie instandhouding monumenten (Sim) van de RCE.

Bij het oude elzenperceel legt boswachter Alex uit dat de rechterstrook waarschijnlijk een oude, doorgeschoten restant van een elzenmeet is, en dat de linkerkant een latere reconstructie binnen een haaiman is. 
Over de auteur
Boswachter Marijke Lieman
Marijke Lieman Boswachter
Haven van Bommenede 1
4316 PC Zonnemaire
zeelandnoord@staatsbosbeheer.nl 0111-401453
Meer over dit onderwerp