Nieuws
Op zaterdag 20 september hielpen tientallen vrijwilligers mee aan World Cleanup Day in Nationaal Park De Biesbosch. Te voet en per boot verzamelden vier groepen vrijwilligers zwerfvuil op recreatiestrandjes en aanmeervoorzieningen. In één ochtend haalden ze ruim 2,5 kuub afval weg. De strandjes worden steeds schoner, maar langs de rivier spoelt nog altijd veel afval aan.
De opruimactie wordt mede mogelijk gemaakt door de samenwerkingscampagne Samen houden we de Biesbosch schoon. Doel is niet alleen afval ophalen, maar vooral bewustwording creëren bij bezoekers, zodat het afvalprobleem in Nationaal Park De Biesbosch afneemt. Dat laatste lijkt steeds beter te lukken. “Recreanten weten steeds beter hoe het hoort. We merken dat de recreatiestrandjes wel schoner zijn. Dit komt deels doordat we een mooie groep Biesbosch-gebruikers hebben die zich ook verantwoordelijk voelt om ‘hun’ strandjes of aanmeervoorziening schoon te houden, maar ook doordat we sinds een paar jaar een afvalcontainer op de Aakvlaai hebben geplaatst. Recreanten weten die container inmiddels goed te vinden. Daarnaast zetten wij zo’n een à twee keer per maand een groep opruimhelden in die de Biesbosch schoon houden. Want wat schoon is, blijft vaak ook schoon”, verklaren de boswachters van Staatsbosbeheer.
Toch blijft er afval vanuit de rivier binnenkomen. “Je ziet dat er op de strandjes langs de rivier nog veel afval te vinden is dat duidelijk met het rivierwater is meegekomen. Dat herken je vooral aan de aanspoelstroken waarin naast natuurlijke materialen zoals riet en takken ook veel afval zit. In maart zijn we met de grote voorjaarsopruimactie nog op die punten geweest dus we weten dat het schoon was in het voorjaar”, vertellen de boswachters. "Afval in de natuur is erg schadelijk. Dieren raken erin verstrikt, gebruiken het in hun nesten of eten het op. Gelukkig beseffen de meeste mensen dit, maar helaas is er nog altijd een kleine groep die afval in de natuur achterlaat. Dat is blijft natuurlijk een kwalijke zaak en vraagt om een gerichte aanpak”.