Nieuws
Staatsbosbeheer werkt overal in Nederland aan het herstel van landschappen en natuur. Op die manier versterken we leefgebieden voor kwetsbare planten en dieren. Soms zijn de maatregelen gericht op één soort, maar ze hebben een positief effect op alle soorten in dat ecosysteem. Van het noodplan voor de grote vuurvlinder in Friesland profiteren bijvoorbeeld ook de otter en zeldzame orchideeën.
Door hun naam zou je het niet verwachten, maar grote vuurvlinders zijn vrij klein: ongeveer drie centimeter. Toch vallen ze meteen op, dankzij hun oranjerode vleugels. Hartje zomer kun je de diertjes spotten. Vooral als het windstil en broeierig warm is.
De grote vuurvlinder vliegt van eind juni tot half augustus. De vrouwtjes leggen hun eitjes op het blad van waterzuring, een plant die langs oevers in moerasgebieden groeit. De jonge rupsen eten zich vol en overwinteren daarna tussen dorre bladeren op de bodem. Zodra de plant in het voorjaar weer gaat groeien, eten de rupsen verder tot ze verpoppen. Een paar weken later verlaten ze hun pop als felgekleurde vlinder.
Als je de grote vuurvlinder tegenkomt, weet je dat de omstandigheden op die plek goed zijn.
Om te overleven hebben de rupsen en vlinders speciale voedselplanten nodig. Er moet ook voldoende water zijn dat schoon genoeg is. “Als je de grote vuurvlinder tegenkomt, weet je dat de omstandigheden op die plek goed zijn”, legt Manon van Wesel uit. Zij is Staatsbosbeheer-boswachter in Zuidoost-Friesland. “Voor andere planten en dieren die van dezelfde omgeving houden, is het dan óók een gezonde leefplek.” In laagveenmoerassen leven bijzondere insecten, zoals zeldzame soorten libellen en hommels. De otter, purperreiger en zwarte stern hebben het er ook naar hun zin. En de groenknolorchis – een zeldzame orchidee.
In 2024 volgden opnieuw maatregelen en ook een onderzoek naar manieren om Rottige Meente beter leefbaar te maken voor de grote vuurvlinder. De provincie Friesland, de Vlinderstichting en Staatsbosbeheer hebben hiervoor samen een noodplan opgesteld voor de komende jaren. Dat gaat in de herfst van 2025 van start, met financiële steun van de provincie. Manon: “De meeste maatregelen borduren voort op wat de afgelopen jaren is gedaan, maar dan uitgebreider. Op die manier beschermen we zowel de grote vuurvlinder als andere kwetsbare soorten in het gebied.”
Deze zomer is Manon voor het derde jaar op rij Grote vuurvlinder-coördinator. “Door gras- en rietland in het gebied te maaien houden we het landschap open voor de dieren en planten die daarvan houden. Maar deze belangrijke maatregel voor natuurbeheer loopt gelijk met de periode waarin de grote vuurvlinder eitjes legt.” Om het maaien en het beschermen van de vlinder op elkaar af te stemmen is de rol van coördinator in het leven geroepen. Manon coördineert het zoeken naar eitjes, het markeren van waterzuring en de afstemming met het maaibeheer.
Van begin juli tot half augustus zoeken enthousiaste Staatsbosbeheer-vrijwilligers en de Vlinderstichting naar eitjes en rupsen op waterzuring. De planten waar ze iets op vinden markeren ze, zodat de beheerders eromheen maaien. Dan is de kans het grootst dat zo veel mogelijk eitjes worden gespaard en kunnen uitgroeien tot vlinder. De zoekers kijken elk blad van de waterzuring aan de boven- en onderkant na en dat langs kilometers waterkant. Soms vinden ze op honderd meter alleen een paar planten. Of ze zien wel veel waterzuring, maar met nauwelijks eitjes of rupsen erop. Manon: “We zijn al blij als we er twintig op een plant vinden.”
Na de maatregelen van de afgelopen twee jaar zijn de eerste effecten zichtbaar. Door het weghalen van jonge boompjes komt de zon weer tot de bodem. Planten krijgen meer ruimte om te groeien, met als direct resultaat meer groen. Het duurt langer voordat het effect van greppels graven en sloten open maken zichtbaar is. Er is waterzuringzaad gestrooid en op twee plekken zijn stekjes geplant, maar die hebben een paar jaar nodig om uit te groeien tot volwassen planten. Nog moeilijker is het om het water in het gebied vast te houden. Rottige Meente ligt veel hoger dan de omliggende landbouwgronden. Regen- en grondwater stromen daardoor snel weg. “Via sluisjes en duikers proberen we het zo lang mogelijk vast te houden in het gebied,” vertelt Manon. Staatsbosbeheer werkt ook aan verbindingen tussen natuurgebieden, zodat vlinders en andere soorten zich kunnen verspreiden.
Hoe gaat het deze zomer met de grote vuurvlinder? Manon: “In 2023 vonden we op de stukken waar we zochten 450 eitjes. Dat is heel weinig. Het jaar erop waren het er bijna zes keer zo veel. De verzamelde gegevens over de eitjes van 2025 heb ik nog niet, maar we zien deze zomer veel meer vlinders. Dat stemt hoopvol.”