We hebben in april en mei al een aantal warme en zonnige dagen gehad. Er zaten zelfs dagen tussen waar de temperatuur boven de 25 graden lag. Heerlijk, zou je denken. Maar het voelt ontzettend dubbel. Want Nederland kampt de laatste jaren steeds vaker met droogte, er verdampt meer water dan dat er neerslag valt. Daarnaast is Nederland een kei in het verdrogen van eigen land. Ons land is zo ingericht dat op veel plekken water zo snel mogelijk wordt afgevoerd waardoor we structureel een daling in het grondwaterpeil hebben. De combinatie droogte en verdroging is funest op heel veel vlakken en daarmee snijden we onszelf in de vingers. Het heeft grote en soms onomkeerbare gevolgen. Denk aan drinkwatertekort, verhoogd risico op bosbranden, verzakking van huizen, bodemdaling door veenoxidatie, verschuiven van dijken en een verminderde gewasopbrengst bij landbouwbedrijven. In mijn vak zie je de negatieve gevolgen door schade aan natuur en afname van biodiversiteit. Maar ook dit raakt iedereen.
Een sturende rol
Nederland heeft weinig tot geen buffer om tekorten in water aan te vullen. Tijdelijke maatregelen in het waterbeheer zijn niet genoeg. In plaats daarvan moeten we het watersysteem, het waterbeheer en watergebruik structureel aanpassen. Met structurele maatregelen kunnen de effecten van droogte voor een langere periode worden ondervangen. Het belangrijkste is dat water een sturende rol moet krijgen. Dit betekent water vasthouden waar het valt, grondwaterstanden structureel verhogen, kwelstromen herstellen en waterkwaliteit verbeteren. Tot die tijd kwakkelt de kwaliteit van ons landschap en onze leefbaarheid steeds verder achteruit.
Van levensbelang
De impact van droogte en verdroging beïnvloeden tevens hele ecosystemen. Water is van levensbelang bij de ontwikkeling van planten en bomen. Droogte en verdroging heeft invloed op de vitaliteit en de levenscyclus van deze soorten. Van nature beschermen planten en bomen zich tegen de droogte door vroeger te bloeien, minder bloemen te ontwikkelen, de bloei vroegtijdig te onderbreken of vruchten te laten vallen voordat ze rijp zijn. Daarnaast kunnen planten en bomen, of delen hiervan, uitdrogen en afsterven. Voor de plant en boom is dit ook een overlevingsstrategie.
Een mismatch
Door deze overlevingsstand van planten en bomen kunnen er ecologische mismatches optreden. De periode waarin hun bestuivers vliegen komt niet meer (in zijn geheel) overeen. Het gevolg is dat insectenpopulaties op instorten staan. Naast dat veel wilde bijen, zweefvliegen en vlinders zorgen voor stuifmeeloverdracht bij planten, zijn het voor deze insecten en hun nakomelingen een bron van voedsel en essentieel voor een goede ontwikkeling. Zo is het bij de zeldzamere heivlinder dat de rupsen eten van verschillende schapengrassen en de volwassen vlinders van nectarplanten zoals struikhei. Het verdorren en afsterven van deze grassen zorgt voor minder voedsel. Daarnaast kleuren heidevelden de laatste jaren vroeger dan gebruikelijk dieproze tot paars. De volwassen heivlinders kunnen tot begin september vliegen waardoor het zo kan zijn dat zij de laatste weken flink minder voedsel kunnen vinden door het vroegtijdig bloeien en minder ontwikkelde bloei van de heide. Een ware mismatch.