Wie Wijboschbroek zegt, zegt populieren, klompenindustrie, boomweides en hopteelt. Natuur en cultuur zijn in dit gebied sterk verweven. Het Wijboschbroek is een leembos. Tussen de enorme populieren liggen kleine weides, smalle waterlopen en kleinschalige bospercelen. In dit landschap leven das, specht en wielewaal. Het gebied staat bekend om z’n prachtige voorjaarsbloeiers zoals bosanemoon en slanke sleutelbloem.
Aan het einde van de laatste ijstijd begon het landijs te smelten. Grote hoeveelheden leem, in de eeuwen daarvoor afgezet door de wind, verzamelde zich in ondiepe bekkens, verspreid door Oost-Brabant. Ook rondom het riviertje de Aa bezonk het leem en vormt nu ondoorlatende leemlagen in de bodem. Afgedekt door zandige ruggetjes, bleek deze bodem een grote rijkdom te bevatten.
In de omgeving van Schijndel rond het Wijboschbroek, wordt al eeuwenlang samengewerkt met de natuur. Dit gaat terug tot in de middeleeuwen. Zoals de hopteelt voor licht bier, de gangbare drank uit die tijd. Begin 19e eeuw ontstond er een levendige klompenindustrie. De populieren groeiden snel op de vochtige leemgrond. De omgeving van Schijndel werd vol gezet met zo’n 120.000 populieren (goed voor 6 miljoen klompen). Hier ontstonden ook de boomweides waar het vee onder de populieren graasde. Het karakteristieke coulissenlandschap vol boomweides, populierenlanen, griendjes en hooilandjes ontstond. Begin 20e eeuw is het Wijboschbroek door aanleg van rabatten (slootjes) sterk ontwaterd. Op de nu droge bosgrond konden naaldbomen en nog meer populieren geplant worden. Door de verstedelijking van de regio is veel verloren gegaan. Voor het behoud van dit karakteristieke cultuurlandschap speelt Wijboschbroek daarom een belangrijke rol.
Vanwege de lemige bodem, hoge grondwaterstand en kalkrijke kwel, ontwikkelde zich een unieke flora. In het voorjaar bloeien bosanemoon en slanke sleutelbloem en je vindt hier zeldzaamheden als gulden boterbloem, zwartblauwe rapunzel en knikkend nagelkruid. Roofvogels als havik, sperwer en wespendief voelen zich hier thuis. Spechten zijn dol op het zachte hout om hun nest in uit te hakken. Je hoort de roep van de zwarte specht door het bos schallen. Maar ook houtsnip en wielewaal komen juist in deze bossen voor.
Het beheer in het Wijboschbroek is gericht op het gevarieerd maken van bosranden en de aanplant van boomsoorten die in een leembos thuishoren. Bosranden maken we soortenrijker door ruimte te maken voor aanplant van kamperfoelie, viltroos en hazelaar. Op de bospercelen planten we bomen als winterlinde, fladderiep en haagbeuk.
Daarnaast werkt Staatsbosbeheer sinds 2019 met partners samen in herstel van de hydrologie in deze 'Natte Natuurparel’. Het gebied verdroogt en verzuurt. Dit heeft twee oorzaken: het regenwater loopt te snel weg uit het gebied en de bosbodem is sterk verzuurd door stikstofdepositie en de aanplant van naaldbomen en eiken. Lees meer over dit project bij Werk in uitvoering - Natuurherstel Wijboschbroek.