Nieuws

Zaden van eeuwenoude bomen en struiken geoogst in Maasheggen

  • 29 september 2020

Staatsbosbeheer verzamelt deze herfst zaden en bessen van de oudste, wilde bomen en struiken in onder andere de Maasheggen, één van de oudste cultuurlandschappen van Nederland. Deze soorten, zoals veldesdoorn, meidoorn, gewone es, sleedoorn en hondsroos komen hier van nature voor en zijn soms wel 100 tot 200 jaar oud.

De wilde bomen en struiken, die hier op eigen kracht zijn gekomen, zijn eeuwenlang onderhouden in de vorm van de bekende heggen. De heggen herbergen een schat aan genetische variatie, opgeslagen in de talrijke bessen en zaden. Al ruim twintig jaar worden deze zaden tussen eind augustus en november met de hand geplukt.

Van zaad naar boom voor nieuwe bossen

De zaden en bessen zijn nodig voor het kweken van jonge bomen voor het planten van nieuw bos. De komende jaren plant Staatsbosbeheer 5000 hectare nieuw bos. Hier zijn vele miljoenen bomen voor nodig. De zaden en bessen leggen na de pluk een lange weg af, voordat ze in een nieuw bos terecht komen. Eerst worden ze vervoerd naar de werkschuur van Staatsbosbeheer in Dronten. Hier bevindt zich de Nationale Genenbank Autochtone Bomen en Struiken. Op deze plek verzamelt Staatsbosbeheer autochtoon zaadmateriaal uit heel Nederland. Hier worden de bessen en zaden ontdaan van het vruchtvlees en opgeslagen. Daarna worden ze door boomkwekerijen opgekweekt tot jonge bomen. De jonge bomen worden uiteindelijk geplant in de nieuwe bossen van Staatsbosbeheer, of worden gebruikt in bestaande bossen om deze meer gevarieerd te maken. 

Maasheggen één van de belangrijke brongebieden

De Maasheggen is voor Staatsbosbeheer één van de belangrijkste oogstlocaties van bessen en zaden van wilde bomen en struiken in het land. In de heggen van dit oude cultuurlandschap komen veel bomen en struiken voor die hier van nature thuis horen. De heggen zijn ooit aangelegd om vee af te schermen en zijn als zogenaamde ‘vlechtheg’ onderhouden. Door het handmatig vlechten van de takken, ontstonden ondoordringbare afscheidingen, die zo kenmerkend zijn voor het gebied. Door het regelmatige afzetten (‘verjongen’) van deze heggen, konden de bomen en struiken leeftijden bereiken van 100 tot 200 jaar.  

Meer informatie

 
Meer over dit onderwerp