Nieuws

Gelderse veehouder werkt samen met Staatsbosbeheer

  • 27 mei 2020

Albert Hassink en zijn familie uit Oene hebben al generaties lang een melkveehouderij aan de IJssel en sinds een paar jaar ook een vleesveehouderij. Hun filosofie is niet om op korte termijn zo’n hoog mogelijk rendement uit de koeien te halen, maar om over tien jaar een bedrijf te hebben dat in balans is met de natuurlijke omgeving. Staatsbosbeheer gaat hierbij helpen door de looptijd van het pachtcontract van weidegrond aanzienlijk te verhogen van één jaar naar twaalf jaar. Bovendien gaat Hassink 29 hectare extra grond pachten van Staatsbosbeheer. In combinatie met andere aanpassingen die Hassink al heeft doorgevoerd en nog verder gaat invoeren, houdt dit in dat Hassink kringlooplandbouw op bedrijfsniveau gaat bedrijven.

Voer 

Het doel van Hassink is om al het voer dat de koeien en stieren eten zoveel mogelijk op het eigen bedrijf te verbouwen. Naast de diverse soorten gras verbouwen ze voederbieten, luzerne en maïs. Van de eiwitrijke luzerne/gras worden grasbrok en hooi gemaakt, waardoor extern ingekocht krachtvoer minimaal is.

Beweiden

Omdat Hassink’s grond zware rivierklei is, kunnen de melkkoeien niet naar buiten. Maar onlangs is een deel van de grond opgehoogd met vrijkomende specie uit de ingerichte uiterwaarden, waardoor dankzij de extra grond van Staatsbosbeheer beweiden binnenkort weer mogelijk is. 

Vleesverkoop

Het vee is van het fleckviehras. Deze koeien zijn aangepast aan de natuurlijke omstandigheden van de natuurinclusieve boerderij. Hassink houdt al het jongvee aan, dus ook de stiertjes. Alle koeien kalveren op natuurlijke wijze af. Het bedrijf verkoopt het vlees zelf vanuit huis en via een webshop. Klanten kunnen het vlees ook kopen in lokale winkels en in twee supermarkten in de omgeving. Ook zit Hassink in de coöperatie Boerenhart, die zich richt zich op de lokale horeca. 

Natuurlijk

Daarnaast zet het bedrijf zich in voor het verhogen van de biodiversiteit op eigen grond. Zo worden er een parkbos, een productiebos, verschillende poelen, verlaagde oevers, houtwallen en struwelen beheerd. En er zijn maatregelen getroffen voor zwaluwen op het erf.

Experimenten 

In samenwerking met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) startte Staatsbosbeheer vorig jaar een meerjarig project met als doel 40 experimenten te realiseren om boeren te helpen over te schakelen naar een vorm van landbouw die meer biodiversiteit combineert met een rendabele bedrijfsvoering. Kern daarbij is dat Staatsbosbeheer zijn grondpositie inzet. In totaal heeft Staatsbosbeheer 50.000 hectare grasland in eigendom. 

Extra natuurgrond

Het mes snijdt aan twee kanten: Als een boer overstapt op natuurinclusieve landbouw heeft hij - om rendabel te kunnen opereren - méér grond nodig. Die extra natuurgrond kan hij op verschillende manieren pachten van Staatsbosbeheer. In ruil daarvoor wordt met de boer afspraken maakt over activiteiten die de natuurinclusieve agrarische bedrijfsvoering ondersteunen en tegelijkertijd de biodiversiteit op al zijn landbouwgrond vergroten. Met als resultaat dat de biodiversiteit op boerengrond in de buurt van natuurgebieden van Staatsbosbeheer kan toenemen.
Er zijn inmiddels overeenkomsten getekend met boeren in Reeuwijk (Zuid-Holland), Woerdense Verlaat en Tienhoven (Utrecht), Arrien (Overijssel), Leutingewolde (Drenthe) en Delfgauw (Zuid-Holland). Wageningen University & Research monitort de projecten.

Meer over dit onderwerp