Werk in uitvoering
Het heidegebied op De But, rond de plofkuil, raakt steeds meer overwoekerd door struiken en jonge bomen. Om het landschap open te houden en de heide te herstellen, wordt de opslag verwijderd en wordt plaatselijk de bovenste bodemlaag afgegraven. Dit draagt bij aan het herstel van de natuur en vergroot bovendien de veiligheid voor de Explosieven Opruimingsdienst.
 
                        Heideterrein rond de plofkuil op De But, Boswachterij Groesbeek, Rijk van Nijmegen
September - november 2025.
Wij beheren dit terrein als droge heide. Het bestaat uit heide, struiken, kleine zandplekken en gras op arme zand- en leemgrond. Soorten zoals struikheide, pijpenstrootje en bochtige smele horen hier thuis. Door verzuring en bemesting is de heide in de loop van de tijd achteruitgegaan. Steeds meer struiken, bomen en dichte begroeiing nemen het gebied over, zoals sleedoorn, Amerikaanse vogelkers, braam, brem, berk en wilg. Van de 4,2 hectare heide is inmiddels ruim een hectare dicht struikgewas. Zonder ingrepen zal het terrein alleen maar verder dichtgroeien.
De verruiging maakt het terrein ook minder geschikt als plofkuil voor de Explosieven Opruimingsdienst. Het open karakter zorgde ervoor dat goed zichtbaar was of er mensen in de buurt waren bij ontploffingen. Door de dichte begroeiing wordt dat steeds lastiger, waardoor de veiligheid in gevaar kan komen. Daarnaast is het voor de brandveiligheid belangrijk dat de vegetatie rond de ontploffingsplaats niet te dicht en gesloten wordt.
We willen dat dit terrein weer het karakter van open heide krijgt. Nu is er te veel hoog struikgewas en staan er veel jonge boompjes. Daarom gaan we een groot deel van de struiken en boompjes weghalen. Ongeveer vijf procent van de struiken en twee tot drie procent van de bomen laten we staan, zodat er toch wat afwisseling blijft. Daarnaast maken we op een paar plekken de bodem weer kaal. Zo krijgen jonge heideplanten en andere open planten de ruimte om te groeien.
Hoog struikgewas, zoals braam, sleedoorn en meidoorn, wordt verwijderd, net als losse boompjes zoals berk en Amerikaanse eik. Ook de uitlopers van sleedoorn en meidoorn worden weggehaald. Voor de start van de werkzaamheden wordt in het veld aangegeven welke struiken en bomen weg mogen en welke blijven staan. Op bepaalde plekken wordt de bovenste bodemlaag tot ongeveer 5 à 10 cm verwijderd. Zo verdwijnt de dichte gras- en struiklaag, terwijl de minerale bodem behouden blijft. Het vrijgekomen materiaal wordt afgevoerd. Voor het verwijderen van struiken en het afschrapen van de bodem wordt een kleine kraan gebruikt. Om het terrein open te houden, is jaarlijks onderhoud nodig.
Dit project wordt uitgevoerd in samenwerking met de gemeente Berg en Dal.
 
				