Locatie
Heideterrein rond De Plofkuil op De But, Boswachterij Groesbeek, Rijk van Nijmegen
Looptijd
De beste periode om de werkzaamheden uit te voeren volgens de geldende gedragscode natuurbeheer is tussen september en november.
Over het gebied
Het terrein behoort tot het beheer- en SNL-type N07.01. Droge heide; heiden, struwelen, kleine open zandige plekken en grazige vegetaties op basenarme zand- en leemgronden, met struikheide en/of bochtige smele en pijpenstrootje als dominante soort. Door de jaren heen is dit terrein door Staatsbosbeheer als zodanig beheerd, maar onder andere door verzuring en vermesting is de heidevegetatie en de kwaliteit van het natuurtype sterk achteruit gegaan. Als gevolg hiervan is het terrein langzaam aan het dichtgroeien met (hoog) struweel, bomen en gesloten lage vegetaties. Denk hierbij aan soorten als sleedoorn, Amerikaanse vogelkers, braam, brem, berk en wilg. Van de totale oppervlakte van circa 4,2 hectare N07.01 bestaat momenteel meer dan 1 hectare uit hoog struweel. Dit komt neer op een percentage van ruim 26%. Als er niet wordt ingegrepen zal het terrein verder verbossen waardoor het natuurwaarde verliest en niet meer voldoet aan het SNL-beheertype. Een bijkomend nadelig gevolg van deze verruiging is het effect hiervan op het gebruik van de locatie als plofkuil door de EOD. Door het open karakter van het terrein was er zicht op de directe omgeving wanneer er een object tot ontploffing wordt gebracht. Dit open karakter verdwijnt nu er verruiging optreedt, waardoor het zicht verloren gaat. Hierdoor wordt het moeilijker te voorkomen dat er mensen onverwacht de locatie betreden tijdens ontploffingen. Daarnaast is het in het kader van brandpreventie niet wenselijk om een te gesloten, dichtere vegetatie in de directe nabijheid van een ontploffingsplaats te hebben.
Gewenste situatie
Het beheertype droge heide kent een maximaal percentage van 20% aan hoog struweel. Het huidige percentage is groter dan 30%. Daarom zal een deel van het struweel verwijderd moeten worden om weer aan deze eis te voldoen. Een percentage van 5% overblijvend hoog struweel is hierbij wenselijk. Daarnaast kent het een maximaal percentage van 10% aan solitaire bomen en kleine bosjes (>5m). Gezien het aantal kleine berkjes, Amerikaanse vogelkers en andere jonge opslag in het terrein moet ook hier een deel van verwijderd worden. Daarbij mag gestreefd worden naar een overblijvend percentage van 2 of 3 procent. Deze werkzaamheden sluiten aan bij de wens van de EOD om meer zicht in het terrein te krijgen.
Om meer kale bodem en vegetatiestructuurvariatie te creëren en ruimte te geven aan open pioniervegetaties en jonge struikheide is het wenselijk om een deel van het terrein oppervlakkig open te schrapen. Door dit uit te voeren in de directe nabijheid van de Plofkuil draagt dit bij aan brandpreventie.
Werkzaamheden in het veld
Hoog struweel (braam, sleedoorn, meidoorn), solitaire boompjes (berk, Amerikaanse eik, etc), en uitlopers sleedoorn en meidoorn verwijderen. Voorafgaand aan de werkzaamheden moet door Staatsbosbeheer het te verwijderen struweel en/of boompjes in het veld gemarkeerd/geblest worden alsook de daarin te sparen elementen. Tevens worden de te plaggen vakken gemarkeerd. Op deze vakken wordt de bodem tussen een diepte van 5 tot 10 cm afgeschraapt om de vegetatiezode te verwijderen. De minerale bodem blijft hierbij aanwezig. Vrijgekomen materiaal mag niet in het terrein achterblijven en moet dus afgevoerd worden. Voor het verwijderen van het struweel en braam zal gewerkt moeten worden met een minikraan. Deze kan dan ook, met gebruik van een grondbak, bij het plaggen/afschrapen gebruikt worden.
Terugkerend beheer
Om het open karakter van het terrein te behouden zal er jaarlijks terugkerend beheer moeten worden uitgevoerd. Elke vorm van beheer is altijd in overeenstemming met- en met goedkeuring van Staatsbosbeheer. Uitgangspositie is dat het terrein wordt beheerd volgens de streefbeelden zoals beschreven in dit document onder het kopje ‘Gewenste situatie’. De uit te voeren terugkerende werkzaamheden moeten deze situatie in stand houden of verbeteren. Open plekken rondom de ploflocatie kunnen periodiek worden afgegraven of geplagd.