Werk in uitvoering
De bossen van Zeewolde blijven constant in beweging. Begin 2026 voert Staatsbosbeheer verschillende werkzaamheden uit. Om het bos gevarieerd te houden en toekomstbestendig te maken.
De werkzaamheden vinden plaats in het Horsterwold, Hulkesteijnsebos, Hoge Vaartbos, Karekietbos en enkele delen van het Horsterwold rondom de Bosruiterweg.
Januari tot maart 2026. Hierna begint voor vogels het broedseizoen. Tot 15 april 2026 rijden we mogelijk nog stammen uit de bossen. Staatsbosbeheer zorgt dan voor extra controles op verstoring van broedvogels.
Januari 2026 starten dunningen in het Horsterwold. Dit zijn reguliere werkzaamheden, die Staatsbosbeheer eens in de 5 jaar uitvoert in de bossen. We verwijderen geselecteerde bomen om andere bomen meer licht en ruimte te geven. Zo kunnen de overblijvende bomen zich beter ontwikkelen. De boswachter beheer bekijkt per boom of deze een oranje stip (bles) krijgt, wat aangeeft dat de boom wordt verwijderd. Een boom kan weghalen doen we om verschillende redenen: de boom beconcurreert andere bomen die de doelstellingen van Staatsbosbeheer beter vertegenwoordigen (zoals bijvoorbeeld soortenrijkdom), de boom is ziek en vormt een gevaar voor de recreant of de heeft boom zijn doeldiameter (stamdikte) bereikt. De boom is dan geschikt is om te verwerken in duurzame producten, zoals meubels of bouwmateriaal.
Het creëren van een divers bos is belangrijk. Dit trekt namelijk veel verschillende soorten dieren, insecten en paddenstoelen aan, waardoor de biodiversiteit wordt vergroot. Daarnaast maakt Staatsbosbeheer de bossen op deze manier beter bestand tegen klimaatsveranderingen en ziektes. Veel boomsoorten gebruiken betekent risicospreiding. Als één soort ziek wordt zijn de andere er nog. Daarnaast kunnen veel boomsoorten zich in menging met andere boomsoorten zich beter ontwikkelen. Dit komt ook ten goede voor de vitaliteit van het bos. Dit komt omdat veel boomsoorten niet hoeven te concurreren met soortgelijke bomen.
Op deze kaart zie je in welk gebieden er vanaf januari 2026 zaagwerkzaamheden kunnen plaatsvinden.
Voor het zagen, checkt de boswachter of er bijzondere flora en fauna voorkomen. Beschermde soorten ontzien we tijdens de dunningswerkzaamheden. We halen bijvoorbeeld een boom met een roofvogelnest niet weg, omdat deze jaarrond beschermd is. Wilde dieren zoals reeën lopen weg bij dit soort werkzaamheden, maar keren na de werkzaamheden terug. Reeën en andere hertachtige dieren zijn namelijk gek op de jonge takjes die vaak bovenin een boom zitten. Tijdens zaagwerkzaamheden belanden deze op de grond. Daarnaast komen tijden de zaagwerkzaamheden ook zaailingen (zaden) van bomen vrij. Deze jonge bomen worden ook met liefde opgegeten door wilde dieren of bieden een mooie schuilplaats.
Staatsbosbeheer begint in januari ook met planten in het Hulkesteijnsebos, Hoge Vaartbos, Karekietbos en enkele delen van het Horsterwold rondom de Bosruiterweg. In Zeewolde planten we ruim 28.000 bomen en struiken. Dit zijn soorten zoals beuk, winterlinde, ruwe berk, zoete kers, zomereik, fladderiep en grauwe els. Deze bomen en struiken vervangen zieke essen en fijnsparren. In bosvakken waar vooral populieren staan, planten we ook verschillende bomen en struiken aan. Zo verhogen we de diversiteit.
De meeste bomen en struiken die Staatsbosbeheer in het bos plant, zijn inheems: bomen die van nature voorkomen in Nederland. Een enkele keer maakt de boswachter de keuze om een uitheemse soort in het bos te zetten. Dit doen we om in te spelen op het veranderende klimaat, van bijvoorbeeld langdurige droogtes waar veel inheemse boomsoorten minder goed tegen bestand zijn.
In Zeewolde planten we dit jaar de witte bitternoot (Carya ovata). Dit is een Noord-Amerikaanse soort. Het blad van deze soort bevat veel nutriënten, waardoor dit ‘bladstrooisel’ de bodem verrijkt. Ook maakt de boom een penwortel tot wel 80 cm diep (een wortel die recht naar beneden groeit onder de stam), waardoor de boom in droge tijden ook goed bij het grondwater kan komen.
Staatsbosbeheer zal deze boomsoort dit jaar op kleine schaal toevoegen aan de bossen om ervaringen op te doen. We mengen hem met andere inheemse soorten en planten vooral in bestaand bos.
Bij aanplant van uitheemse soorten bestaat er een risico op negatieve effecten op het ecosysteem van het bos. Daarom wordt er vooraf een risicobeoordeling gemaakt over bijvoorbeeld de gevaren van invasiviteit wanneer zo’n boomsoort wordt geplant. Wanneer een soort goed uit deze beoordeling komt, wordt deze kleinschalig ingeplant en nauwkeurig gevolgd.
Tijdens de werkzaamheden maken we vooral gebruik van de bestaande beheerpaden van Staatsbosbeheer. Sommige bezoekers gebruiken deze paden ook. Tijdens de werkzaamheden kunnen de beheerpaden minder goed toegankelijk zijn. Ook wandelpaden kunnen beschadigd raken door de werkzaamheden. Staatsbosbeheer probeert dit zoveel mogelijk te voorkomen. Herstel van de paden gebeurt wanneer het boswerk klaar is en het een lange periode droog is geweest. Dit is vaak in de periode van april en mei.
