Nieuws
Het landschap van Zuidoost Friesland is uniek. Je vindt er grote, robuuste natuurgebieden zoals het Drents-Friese Wold en de Rottige Meente. Maar ook heel veel kleinschalige gebieden. Deze kleinere bossen, geïsoleerde heideterreinen en eeuwenoude houtwallen dienen als schakel tussen de versnipperde natuur in ons landschap. En juist daarom zijn deze elementen zo belangrijk om in stand te houden en goed te beheren.
Onze bossen worden voor diverse doeleinden gebruikt. Waar Staatsbosbeheer 126 jaar geleden begon met het aanplanten van bossen puur voor de houtproductie is er vandaag de dag ook een grote vraag naar bossen waarin bezoekers veilig kunnen recreëren. En vergeet vooral de ecologische waarde van deze gebieden niet! De natuur in Nederland staat erg onder druk, des te meer reden om te beschermen wat we nog hebben.
Om de diversiteit in deze kleine gebieden te behouden is het nodig om beheermaatregelen uit te voeren. Een bos waarin bomen groeien van verschillende soorten en verschillende leeftijden heeft het nodig dat er eens in de zoveel tijd gezaagd wordt. Als we dit niet doen, verandert het in een bos waar één soort de overhand heeft. Dit is een kwetsbaar systeem en draagt niet bij aan de biodiversiteit.
Bij grote boswerkzaamheden kiezen we over het algemeen voor grote machines. Deze rijden over vooraf aangegeven oogstpaden door het bos. Om de impact van deze machine op de bosbodem zoveel mogelijk te beperken, voeren we een groot deel van de werkzaamheden met de hand uit. Met de kettingzaag vellen we bomen. Deze stammen vallen richting de oogstpaden, waar de machine ze kan pakken en verwerken.
Zo rijdt de machine minder door het bos en beperk je de schade aan de bodem. Het werk is intensiever en duurt langer, maar is zorgvuldiger en draagt bij aan duurzaam bosbeheer. Terug naar de kettingzaag dus!
Een heideterrein hoort open te zijn. De afwisseling tussen lage begroeiing en open zand is wat deze biotoop zo bijzonder maakt. Om dit te behouden is het nodig om eens in de zoveel tijd de opkomende bomen te verwijderen. Dit kan niet met grote machines, je wil dit doen op een manier die zo min mogelijk schade aan de bodem veroorzaakt.
Op dit moment gebeurt dit met inzet van trekpaarden. Op de Noordwolder Meente zaagt de bosmaaier de dennen af. Het paard sleept alle stammen vervolgens het terrein uit. Deze manier van werken heeft een minimale impact op de omgeving. Het is stil, rustig en het verstoort de bodem nagenoeg niet. Alleen in de hoefafdrukken van het paard wordt het zand geroerd. De kleine open plekjes die zo ontstaan zijn een heerlijke leefomgeving voor insecten en een groeiplaats voor typische planten, zoals het muizenoortje en biggenkruid.
Het beheer wat we uitvoeren is maatwerk. Op elk perceel kijken we naar wat we in stand willen houden, waar we naartoe willen werken en naar de potentie van de natuur zelf. Want we weten dat de natuur krachtig en veerkrachtig is. Maar juist omdat onze gebieden zo klein en versnipperd zijn, moeten wij de optimale omstandigheden blijven bieden om de natuur te laten floreren.