Nieuws
De Ouwerkerkse Inlaag is een natuurparel aan de Oosterschelde. Dit ca 50 ha grote gebied is niet alleen een interessant broedgebied voor vogels maar biedt ook een unieke plek voor vogels om te overtijen. Soms staan er 500 zomerplevieren uit te rusten, foerageren er vele dodaars, geoorde futen, lepelaars en kleine zilverreigers en klinkt het schelle geroep van de scholeksters luid om de oren. Om de ecologische staat van de natuur in de het oostelijke deel van de Ouwerkerkse Inlaag te verbeteren zijn er onlangs diverse werkzaamheden uitgevoerd. Hierdoor is de natuur en de biodiversiteit van het gebied geoptimaliseerd. De natuurherstelwerkzaamheden zijn uitgevoerd in opdracht van de Provincie Zeeland.
De meest opvallende verandering in de inlaag is de komst van het vogelbroedeiland. Midden in de inlaag drijft nu een kunstmatig vogeleiland voorzien van schelpen. Dit verankerde eiland is speciaal ontworpen om vogels een veilige plek te bieden om te broeden. Het eiland biedt bescherming tegen predatoren en is lastig te bereiken voor mensen wat zorgt voor rust tijdens het broedseizoen. Vooral soorten als visdief en kokmeeuw profiteren van deze broedeilandjes. In diverse natuurgebieden in Nederland zijn zulke eilandjes al met succes ingezet, wat heeft geleid tot een toename van het broedsucces bij kwetsbare soorten.
Midden in de inlaag liggen enkele kleinere caissons, achtergebleven bij het dichten van het stroomgat wat ontstaan is na de Watersnoodramp. De gaten in de zijkant van dit caisson zijn uitermate geschikt voor oeverzwaluwen die normaal in steile oevers hun nestgangen graven. Door de bramenbossen te verwijderen is deze broedlocatie weer geschikt voor de komende jaren. Vanaf het uitkijkpunt is de kolonie goed te observeren: al jagend op insecten boven de inlaag om dan luid raspend het hol in te duiken.
Door op verschillende plaatsen wat grond af te graven en de natuurlijke hoogteverschillen weer terug te brengen in het terrein krijg je meer variatie in plant- en diersoorten. Op de plekken die regelmatig overspoelen door opstuwend water groeit zeekraal en zulte (zeeaster): het water in de Ouwerkerkse inlaag is immers zout door kwel onder de zeedijk door. Op de iets hogere delen groeien weer andere planten die juist zoet water nodig hebben. Door al deze reliëfverschillen krijg je heel veel verschillende soorten wat de biodiversiteit ten goede komt.
Om de bontbekplevier (en andere kustbroedvogels) een betere broedplek te bieden, zijn er twee schelpenbanken aangelegd. Deze kleine strandvogels broeden bij voorkeur op open, kale gronden met goede camouflage. Schelpenbanken bootsen hun natuurlijke leefomgeving na en bieden zowel bescherming als broedgelegenheid. De aangelegde banken bestaan uit een laag schelpen op zanderige ondergrond. Dit trekt vogels aan doordat de schelpen hun eieren minder zichtbaar maken voor roofdieren. Ook zorgen de banken voor een drogere en stabielere broedplek bij een hoger waterpeil.
