Nieuws
Deze week stelde een bezoeker van De Peel ons deze vraag: "Bijna dagelijks wandel ik in de Deurnsche of Mariapeel. Wat me opvalt is dat ik dit jaar met grote regelmaat lepelaars en ooievaars zie. Vandaag zelfs een groep van zeker 30 lepelaars en 54 ooievaars. Waarom zijn die er dit jaar en hoe bijzonder is dit?" Dit blog geeft antwoord op deze vraag.
Ook onze boswachters spotten vaker grote groepen lepelaars en ooievaars. Ze spotten zelfs regelmatig de zeldzamere zwarte ooievaar. Ook Mari de Bijl refereerde in zijn column dat ‘het zwart ziet van de witte vogels’ op het Scheidingsven op de Strabrechtse heide. Hoe komt dit? Volgens boswachter ecologie Bjorn Alards zijn er diverse redenen voor.
De laatste, niet onbelangrijke reden: er is veel te eten! Door het natte voorjaar hebben amfibieën zich massaal voortgeplant. Daarna kwam er een periode van droogte, waardoor die massa aan amfibieën nu in een klein plasje/vennetje met water over zijn gebleven. Voor vogels als lepelaars, reigers en ooievaars zijn deze wateren een soort McDonalds op weg naar Afrika – dé manier om heel makkelijk snel en veel te kunnen eten.
De zwarte ooievaar wordt ook vaak gespot. Deze soort broedt overigens nog niet in Nederland maar doet het wel goed in Duitsland en de Ardennen. Het is dus wachten tot… Vooralsnog is het vooral een zomergast, maar omdat ze het zo goed doen bij de buren zien we ze dus wel steeds meer en in grotere aantallen bij ons.
Heb je een vraag over ontwikkelingen in de Brabantse natuur? Stuur deze dan vooral aan ons door!