Grauwe klauwier terug als broedvogel op Texel

Grauwe klauwieren zijn in Nederland zomergasten. Het is een warmte minnende soort die zo rond eind april arriveert en in september weer vertrekt naar zuidelijk Afrika. Hun aantal liep vanaf de jaren vijftig van de 20ste eeuw sterk terug in Nederland en verdween als broedvogel nagenoeg geheel uit de duinen langs de Noordzeekust.

De grauwe klauwier broedt van half mei tot juli in grote struiken of kleine bomen in ruige, halfopen gebieden. De broedduur is twaalf tot zestien dagen. Het nest is niet bepaald netjes en meestal relatief laag bij de grond, maar door de gekozen plek in dicht struikgewas, blijft het goed beschermd. De jongen zijn na zo’n veertien tot zestien dagen vliegvlug. Grote insecten als duinbijen, sprinkhanen en hommels staan op het menu van de grauwe klauwier, die echter ook z’n neus niet ophaalt voor kleine zoogdieren en jonge vogels. De naam klauwier hangt samen met de gewoonte van de vogel om zijn prooidieren op te hangen aan stekelige struiken om later op te eten.  

De middelgrote zangvogel heeft een zwarte haaksnavel. Het mannetje is goed te herkennen aan de grijze kop met een zwart ‘Zorro’-masker. De tekening van het vrouwtje is minder opvallend. Haar oogmasker is bruin. De soort staat op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels als een bedreigde soort. Sinds het dieptepunt in 2002, toen in heel Nederland nog maar vijftig broedgevallen waren, gaat het wat beter met de grauwe klauwier, maar in het duingebied blijft het herstel nog achter. Het Texelse broedsucces is hopelijk een eerste teken van herstel van de vogel in het Noordzeekustgebied! (foto: Bert Ooms). 

Bloeiende heide

Als je wilt genieten van een gevarieerd roze-paars kleurpalet in de Texelse duinen, is nu de tijd om eropuit te trekken! Op veel plekken staat de struik- en dopheide in bloei. De glooiende duinvalleien kleuren zacht paars en roze.  

Duinvalleien 

De duinen in Nederland zijn uniek. Maar liefst 75% van de Nederlandse flora en fauna kun je in de duingebieden vinden. Geen wonder dat we er zo zuinig op zijn. Op Texel kun je op veel verschillende plekken de prachtige heide bewonderen. In onze gebieden vind je meerdere soorten. Struikheide, met de bekende kleine paarse bloemetjes, dopheide met roze urnvormige bloemen in trosjes aan de rechtopstaande takken, en de altijd groene kraaiheide. De planten groeien graag op de zure, kalk- en voedselarme zandbodem in duinvalleien. In het heidelandschap zie je naast de paarse en roze kleuren ook de gele bloemen van de tormentil, het zilvergrijs van de kruipwilg en blauw van de grasklokjes. Prachtig! Deze mooie vegetatie trekt ook bijzondere insecten aan, zoals de kommavlinder.  

Eén van de mooiste gebieden om de heide te bewonderen, is de Bollekamer. Dit is een van de grootste heidevelden van Texel en vormt de oudste kern van het Texelse duingebied. Er zijn twee wandelroutes in het gebied, die ook gecombineerd kunnen worden tot een langere wandeling. Starten kan vanaf het Hoornderslag of vanaf het Jan Ayeslag. Volg de blauwe paaltjes en geniet!