Nieuws
Het Horsterwold gonst van het leven! Dat werd 13 juli maar weer bevestigd tijdens de allereerste vlinderteldag van het Horsterwold. Samen met de boswachters van Staatsbosbeheer gingen natuurliefhebbers op pad met een verrekijker, klembord en tellijst om vlinders te inventariseren.
Wat opviel dit jaar was de grote hoeveelheid landkaartjes. Met 141 getelde exemplaren was deze karakteristieke bosrandvlinder ruimschoots de meest geziene soort. Je vindt ze vaak op schermbloemen, zoals gewone berenklauw, om van de nectar te drinken. Gewone berenklauw is een plantsoort die je veel terugziet langs bermen, maar ook langs de beheerpaden in het gebied. De meeste landkaartjes zijn dan ook waargenomen langs verschillende paden die het Horsterwold doorkruisen. Op de tweede plek eindigde de atalanta met 64 vlinders, gevolgd door de gehakkelde aurelia en het klein geaderd witje, die allebei precies 62 keer zijn geteld.
Een van de ervaren deelnemers had een bijzondere waarneming, het scheefbloemwitje. De soort is lastig te onderscheiden van andere soorten koolwitjes, het zit hem allemaal in de vorm van de zwarte vlekken op de vleugels, de afronding van de vleugels en het patroon aan de onderkant van de vleugels. Een echte kenner kan de subtiele verschillen tussen een scheefbloemwitje en het klein/groot koolwitje signaleren.
Het scheefbloemwitje is een relatief nieuwe soort voor Nederland met waarnemingen sinds 2015. Sindsdien is er een groei te zien en komt de soort door heel het land voor. Dat het scheefbloemwitje is gespot in het Horsterwold bevestigd dat de soort steeds meer terrein wint in Nederland.