Nieuws
Stel je een weelderig grasveld voor, maar dan op de bodem van de zee. Zo’n zeegrasveld is niet alleen een toevluchtsoord voor onderwaterleven, maar helpt ook bij het vastleggen van CO₂. Ooit bedekte zeegras een derde van de bodem van het Grevelingenmeer, maar die situatie is helaas veranderd. Deze maand wordt voor het vierde jaar op rij groot zeegras geplant in het Grevelingenmeer.
Witteveen+Bos, Rijksuniversiteit Groningen, The Fieldwork Company en Altenburg & Wymenga planten en monitoren jaarlijks groot zeegras, in opdracht van Rijkswaterstaat. Sinds 2022 wordt het zeegrasherstelproject uitgevoerd in het Grevelingenmeer en sinds 2024 ook in het Veerse Meer. Ze monitoren de groei en analyseren welke factoren bijdragen aan succes en welke niet. De opgedane inzichten vormen de basis voor het herstelplan van het daaropvolgende jaar. Het uiteindelijke doel? In totaal vijf hectare aan veerkrachtig en zelfvoorzienende zeegrasvelden realiseren die een belangrijke rol kunnen spellen in de gezondheid van het Grevelingenmeer.
Hoewel zeegras van nature thuishoort in de Nederlandse wateren, is het op veel plaatsen vrijwel verdwenen — ook in het Grevelingenmeer. Een belangrijke oorzaak hiervan is de aanleg van de Deltawerken. De bouw van de Brouwersdam in 1971 sloot het Grevelingenmeer af van het getijdenritme. Met de Brouwersdam aan de Noordzeekant en de Grevelingendam aan de rivierenkant werd het meer afgesloten van zowel de zee als de rivier. Hierdoor veranderde het ecosysteem drastisch. Ook factoren als ziekten en verminderde waterkwaliteit droegen bij aan de achteruitgang van zeegras. Voor het herstel van de natuur en verbetering van de waterkwaliteit is het cruciaal dat zeegras terugkeert. Daarom is in de Zuidwestelijke Delta een vijfjarig herstelproject gestart, waarbij zeegras actief wordt geplant en gemonitord.
Zeegrasvelden zijn, net als koraalriffen en mossel- en oesterbanken, van groot belang voor een gezond ecosysteem. Ze bieden een essentiële leefomgeving voor allerlei soorten onderwaterleven in de vorm van voedselvoorziening, het creëren van schuilplaatsen en het vormen van kraamkamers voor bijvoorbeeld zeeslakken, vissen en garnalen. Daarnaast bieden ze zogenaamde ‘ecosysteemdiensten’ door golven te dempen, sediment vast te houden en CO2 op te nemen. Kortom, zeegras draagt breed bij aan het herstel van natuur en waterkwaliteit, en past bij de gezamenlijke ambitie om van de Zuidwestelijke Delta weer een veerkrachtig en biodivers ecosysteem te maken.
In juni 2025 worden in het kader van het zeegrasherstelproject opnieuw zeegrasplanten uit Denemarken aangeplant in het Grevelingenmeer. De aanplant vindt plaats rondom de bestaande locaties waar zeegras vroeger van nature groeide, met name in luwere ondiepe delen van het meer. De zeegrasplanten worden aan spijkers gebonden welke vervolgens met de hand in de bodem worden gestoken. Op deze manier hebben de planten de tijd om zich goed te verankeren in de bodem. Dit jaar wordt ook onderzocht of de zeegrasplanten zich kunnen verankeren zonder de planten aan een spijker te binden. Deze methode is eerder succesvol gebleken in Duitsland.
Naast experimenten met de aanplantmethode worden ook verschillende ontwerpen onderzocht. De grid-methodiek (het aanplanten van zeegrasplanten in een vierkant) blijkt op de geschikt bevonden locaties op dit moment goed te werken. Vanaf nu worden ook andere ontwerpen onderzocht die efficiënter gebruik maken van de aanplanting en daarom wordt dit jaar het zeegras in een cirkel aangeplant. Deze methodiek wordt ook toegepast bij het planten van zeegras in Denemarken.
Het herstel van zeegrasvelden is niet altijd succesvol. De aanplant methodiek kan daar een rol in spelen. Bij voorgaande methoden waarbij zaden werden gepland in het Grevelingenmeer, werden de zaden en jonge scheuten opgegeten door vermoedelijk wormen en krabben. De jonge zeegrasplanten kregen daardoor geen kans. In het huidige project worden daarom ook planten en kernen (kleine zoden) aangeplant. Deze methoden zijn wisselend succesvol. Vraat door krabben, bedekking door algen en diverse lokale factoren zoals golfslag, bodemsamenstelling en diepte kunnen invloed hebben op de ontwikkeling van het zeegras. Om erachter te komen wat bepalend is voor succesvol zeegrasherstel in het Grevelingenmeer, worden de locaties dan ook uitgebreid gemonitord. Deze kennis kan in de toekomst worden ingezet om zeegras grootschalig te kunnen herstellen.
Door de herstelactiviteiten binnen het project is er in het Grevelingenmeer inmiddels ongeveer 1,6 hectare aan zeegrasvelden aangeplant. Deze velden zitten al vol met vissen, kreeften en slakken en benadrukken de belangrijke rol van zeegras voor het systeem. Momenteel wordt ook gewerkt aan het versterken van de zeegrasvelden en het monitoren van de verdere ontwikkelingen op de verschillende locaties om succes en faalfactoren te identificeren. Binnen het project wordt tot en met 2026 actief aangeplant in het Grevelingenmeer om bij te kunnen dragen aan de ontwikkeling van een gezond ecosysteem én toekomstbestendige natuur.
Om waterrecreanten in het Grevelingenmeer en het Veerse Meer bewust te maken van de aanwezige zeegrasvelden, zijn er op strategische locaties informatieborden geplaatst aan wal zodat ze kunnen zien waar de velden liggen en kunnen lezen over het project. Waterrecreanten hoeven zich geen zorgen te maken over hinder van zeegras. Het zeegras groeit vanaf de bodem tot een maximale hoogte van twee meter en komt uitsluitend voor op plekken waar het water niet dieper is dan 1,5 meter, omdat zonlicht essentieel is voor de groei. Deze locaties zijn bovendien duidelijk gemarkeerd met gele boeien, zodat ze goed zichtbaar zijn voor vaarverkeer.
We zijn benieuwd of deze 21.432 nieuwe zeegrasplanten aanslaan en hopen dat ze zich weer gaan verspreiden over het Grevelingenmeer.
Wil je meer weten? Bekijk dan de videoreportage van Radio Schouwen-Duiveland of lees meer op de website van Rijkswaterstaat.