Nieuws

4 risico's voor de mens van afnemende biodiversiteit

  • 21 mei 2025
  • Biodiversiteit
  • Leestijd 4 minuten

De wereldwijde afname van de biodiversiteit is een feit. Dat heeft niet alleen grote gevolgen voor de betrokken planten en dieren, maar ook voor de mens. Gevolgen voor onze voeding, gezondheid, ons klimaat, de lucht die we inademen en het water dat we drinken. Staatsbosbeheer-ecologen Allard van Leerdam en Stefanie Nagelsdiek zetten vier risico’s van een afnemende biodiversiteit op een rij.

De vele ecosystemen samen zorgen voor de biodiversiteit die we ook als mens heel hard nodig hebben.

Kaartenhuis

Is het nou zo erg als diertje x of plantje y uitsterft, verzuchten sommingen. Het uitsterven van een individuele soort hoeft geen grote gevolgen te hebben. Maar in een gezond ecosysteem houden alle soorten samen elkaar in balans, waarbij nog niet precies de rol van iedere soort bekend is. Als er teveel soorten wegvallen, gaat uiteindelijk het hele systeem onderuit. En de ecosystemen samen zorgen voor de biodiversiteit op aarde. Als die te eenzijdig wordt heeft dat grote gevolgen voor al het leven, inclusief de mens. Zie het als een kaartenhuis. We kunnen best een paar kaarten missen. Maar als je er een kaart uittrekt, weet je niet precies welk deel nog meer gaat omvallen. Misschien heeft die ene kaart geen effect, misschien vallen er nog één of twee of misschien gaat het halve kaartenhuis onderuit. Zeker is: als er teveel missen, stort de hele boel in.

1. Gezondheid

Onze gezondheid komt in het gedrang, of is dat eigenlijk al. “Hoe kleiner de soortenrijkdom, hoe groter de kans op ziekten. Zo is bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar de ziekte van Lyme. Die kunnen wij krijgen na een beet van een teek die besmet is met een bacterie van de Borrelia-familie. Een teek wordt niet geboren met die bacterie, maar krijgt die meestal nadat hij zich gevoed heeft met muizenbloed. In gebieden waar veel verschillende gastheren voor de teek leven, voeden ze zich minder vaak met muizenbloed en komt Lyme minder voor. Als er meer roofdieren leven die muizen eten, wordt dat effect versterkt: de Borrelia-bacterie kan zich minder goed verspreiden met minder Lyme-besmettingen als gevolg. Hoe minder soorten dieren, hoe groter de kans op Lyme.”
En dat geldt niet alleen voor Lyme, maar voor talloze andere ziekten die door micro-organismen worden veroorzaakt, zoals tuberculose, malaria en Q-koorts. Als de dragers hiervan door een verminderde biodiversiteit minder natuurlijke vijanden hebben, vormen de ziekteverwekkers een groter risico voor ons. “Hetzelfde geldt voor sommige virussen. Bij minder verschillende soorten planten en dieren, groeien de overblijvende soorten in aantal en massa. Dat geeft bijvoorbeeld virussen een grotere kans te muteren tot steeds succesvollere varianten die ook voor ons gevaarlijk zijn.”

Zo’n driekwart van alle landbouwgewassen is afhankelijk van bestuivers
Staatsbosbeheer-ecoloog Allard van Leerdam

2. Voedselvoorziening

Dat geen enkele soort buiten andere soorten kan, heeft ook effect op de landbouw. Een afnemende biodiversiteit leidt tot lagere opbrengsten van de akkers. “Het bekendste voorbeeld is natuurlijk de fruitteelt. Zonder bestuivers als bijen en andere insecten, groeit er geen kers aan een kersenboom. Zo’n driekwart van alle landbouwgewassen wereldwijd is afhankelijk van bestuivers.
Maar landbouw heeft op nog een manier last van verminderde biodiversiteit. En dan vooral van de biodiversiteit in de bodem. Hoe minder rijk het bodemleven, hoe kleiner de opbrengst. Want het zijn ondergrondse organismen, zoals wormen, schimmels en bacteriën die de bodem vruchtbaar maken. Drijfmest, bestrijdingsmiddelen en het verbouwen van slechts een of enkele gewassen, verstoren het natuurlijke evenwicht. Hierdoor zijn steeds meer mest en bestrijdingsmiddelen nodig om de opbrengst te behouden. Een ongezonde bodem houdt ook veel minder water vast bij droogte, wat ook weer tot minder opbrengst leidt. Of tot de wens om te beregenen, wat weer aangrenzende natuur en woongebieden kan doen verdrogen”

3. Klimaatverandering

Een afnemende biodiversiteit versnelt de klimaatverandering en vergroot de gevolgen daarvan. Vegetatie zorgt voor CO2-opslag en voor een hitteschild. Iets wat we heel hard nodig hebben, met name ook in en nabij de bebouwde omgeving. “Uit onderzoek blijkt dat de CO2-opname van bossen groter is als er meer variatie is. Maar meer variatie zorgt ook voor een bos dat minder kwetsbaar is voor extreme gebeurtenissen, dus beter bestand is tegen droogte, smoorhitte, stortvloeden en misschien zelfs iets meer stikstof aankan. Hoe meer verschillende soorten bomen, struiken en kruiden, hoe meer vegetatie en dus hoe meer CO2-opslag en een beter hitteschild. Ook rijke veenvormende ecosystemen dragen hieraan bij, zoals die met riet, lisdodden of veenmossen. Die slaan nog veel meer CO2 op dan bos en houden het water van zware regenbuien vast om het daarna heel geleidelijk af te geven. Voldoende biodiversiteit vertraagt bovendien verwoestijning en kan bijvoorbeeld enorme modderstromen bij grote hoeveelheden regen voorkomen. Afwisseling in vegetatiestructuren zoals heggen, bosjes, houtwallen, poelen, rietveldjes, mét de bijbehorende planten en dieren, temperen deze klimaatextremen.”

4. Gezond drinkwater en lucht

“Een gezonde bodem filtert ons drinkwater en een weelderige vegetatie helpt met de zuivere lucht die we inademen. Hoe meer biodiversiteit onder druk komt te staan, hoe groter de gevolgen voor dat drinkwater en die lucht kunnen zijn. Bij het leven in oppervlaktewater speelt nog iets anders. Daar kun je heel duidelijk zogenaamde `kantelpunten’ zien. Biodiversiteit in het water kan best veel vervuiling aan. Maar als de hoeveelheid fosfaat en stikstof in het water blijven oplopen, storten de levensgemeenschap en de biodiversiteit in en wordt het water troebel. Tot dat punt is er nog een weg terug, daarna is het vrijwel onomkeerbaar.”

Aandacht en investering zijn nodig; voor die soorten, voor die ecosystemen én voor ons
Staatsbosbeheer-ecoloog Stefanie Nagelsdiek

Geld en aandacht

De afname van de biodiversiteit gaat steeds sneller en zet elkaar versterkende processen in werking. Het tegengaan ervan kost geld en aandacht. “Maar hoe langer we wachten hoe moeilijker en duurder het wordt. Het verlies van biodiversiteit is vaak een gevolg van activiteiten die op korte termijn particuliere winst opleveren. Maar de bijbehorende schade wordt afgewenteld op het milieu dat van ons allemaal is. Het oplossen daarvan is op de lange termijn altijd duurder. Dit alles rechtvaardigt aandacht voor en investering in het behoud van dier x en plant y en het ecosysteem waarvan ze deel uitmaken. Voor die soorten, voor die ecosystemen én voor ons.”

Meer over dit onderwerp