Naar Atlantisch duinbos en open duingebied in Schoorlse Duinen

  • 06 maart 2024
  • Natuurbeheer
  • Leestijd 6 minuten

Op de ene plek staan in keurige rijtjes veel rechte dennenbomen. Even verderop groeien de grillig getakte zomereiken, berken, dennen en lijsterbessen ogenschijnlijk door elkaar heen. Monotoon dennenbos versus Atlantisch duinbos. Stapje voor stapje vormt Staatsbosbeheer de bossen in de Schoorlse Duinen om naar wat het ooit was: Atlantisch duinbos grenzend aan open duingebied. Want die twee kunnen niet zonder elkaar.

Monotoon dennenbos versus gevarieerd Atlantisch duinbos.

Zeewind en zoutspray

Atlantisch duinbos aan de Noordzee? “Ja, dat klinkt een beetje raar”, erkent Staatsbosbeheer-boswachter Marcel Berkhout. “Dit type duinbos heet zo omdat het veel voorkomt aan de Atlantische kust van Engeland." Kenmerkend voor dit ecosysteem is de zoutspray die de, vaak harde, zeewind voortdurend met zich meebrengt. “Die zoutspray en de wind zorgen ervoor dat de bovenste delen van de takken vaak afbreken. Dit maakt dat bomen meer in de breedte gaan groeien. Dat verklaart hun grillige vormen.”

Lang geleden bestond dit gebied ook uit open duingebied en Atlantisch duinbos. De bomen die er stonden zijn in de loop der eeuwen gekapt en lieten grote zandvlaktes achter. Zo’n 100 jaar geleden zijn hier honderden hectares dennenbomen aangeplant. Vooral voor het vastleggen van het stuivende zand dat de omliggende dorpen teisterde. En voor het hout.

Inmiddels gebruiken we de bossen in Schoorl niet meer voor de houtproductie, maar is het Natura 2000-gebied. Nu heeft de biodiversiteit voorrang en die gedijt vooral bij variatie. Verschillende ecosystemen, overgangsgebieden en veel variatie in bomen en stuiken, zowel in soort als in leeftijd. Dit biedt leefruimte voor veel soorten insecten en kleine zoogdieren zoals muizen en eekhoorns. Die maken op hun beurt het gebied weer geschikt voor vleermuizen, verschillende insectenetende vogelsoorten, zoals het goudhaantje en roofvogels als de buizerd en de torenvalk.

“Door dennen weg te halen, krijgt loofbos de kans zich uit te breiden”
Marcel Berkhout, boswachter Staatsbosbeheer

Meer ruimte en licht voor loofbomen

Marcel laat een stuk dennenbos zien, waarin verschillende bomen zijn geblest; ze hebben een gele stip gekregen. “Deze bomen gaan we in het najaar kappen. Dunnen noemen we dat. Door op plekken dennenbomen weg te halen, ontstaat er meer licht en ruimte op de bodem waarmee verschillende loofbomen en struiken een kans krijgen.” Op sommige bomen staat een ander teken. “Die geven de route aan waarover de machines moeten rijden bij de kap. Deze route hebben we heel zorgvuldig uitgestippeld, zodat er zo min mogelijk schade ontstaat.”

“We halen lang niet alle bomen weg”, vervolgt Marcel. “Op de eerste plaats omdat jonge loofbomen beter opgroeien als ze niet de hele tijd in de volle zon staan, maar ook omdat er ook gewoon dennenbomen mogen blijven staan. Die zijn onderdeel van het gevarieerde Atlantisch duinbos.”

De nieuwe loofbomen worden niet aangeplant. “Als het goed is, gaan die zich hier spontaan ontwikkelen. Dat is ook de reden dat nu voor dit deel van het bos is gekozen, want dit grenst al aan een deel loofbos. Door te dunnen geven we dat loofbos de kans zich uit te breiden. Na de dunning laten we het hier een tijd met rust en kijken we over een jaar of zes of en hoeveel dennenbomen we nog meer moeten verwijderen. Want Atlantisch duinbos heeft vooral tijd nodig. Het duurt ongeveer 80 jaar voordat dat volwassen is.”

Rechte dennenstammen maken plaats voor een gevarieerde wirwar.

Even verderop staat de boswachter glunderend stil bij een stukje bos dat al eerder is omgevormd. “Wat een verschil he?” En inderdaad, de vele rechte stammen hebben hier plaatsgemaakt voor een grillige wirwar van zomereiken, berken, lijsterbessen en ook nog hier en daar een den. “Sommige mensen hebben er moeite mee dat we dennenbomen kappen. En dat snap ik. Maar als ik het verschil tussen deze twee plekken laat zien, begrijpt vrijwel iedereen dat dit veel beter is voor de biodiversiteit. Vooral in de lente en de zomer. Want dan kan je het verschil niet alleen zien, maar dankzij de vogels ook horen.”

In dit deel van de Schoorlse Duinen zijn dennen weggehaald, om het open duin open te houden.

Open duingebied

Dichter bij de zee krijgt open duingebied juist alle ruimte. Om natuurlijke duinontwikkeling te bevorderen én om de zoute zeewind een goede doorgang tot het Atlantisch duinbos te geven. Staatsbosbeheer-projectleider Johan Plug legt uit dat de spontaan gegroeide dennen in deze gebieden een belemmering vormen voor deze processen. “Open duingebied hoort te bestaan uit stuivende zandvlaktes, heide, duingraslanden, kortmossen en vochtige duinvalleien. Variatie en dynamiek zijn essentieel voor dit ecosysteem.”

“Dit is echt maatwerk. Vanwege de kwetsbare vegetatie en de hoogteverschillen”
Staatsbosbeheer-projectleider Johan Plug

Kabelbaan

De laatste decennia voelden dennen zich hier zo goed thuis, dat ze vrijwel dit hele gebied hebben overgenomen. Dennen houden met hun wortels het zand vast, waardoor het niet meer kan stuiven en ze verdampen veel water. Bovendien groeien ze zo snel dat ze in korte tijd een groot gebied weten te koloniseren.

Daarom startte Staatsbosbeheer in 2023 – met subsidie van de provincie Noord Holland en het ministerie van LNV - met het verwijderen van de vele dennen en dennetjes. Dat is nodig om van dit 600 hectare tellende gebied weer open duin te maken. “Het gaat hier dus niet om het omvormen van bos naar duin, maar om het open houden van het open duin. Hier zijn we tot en met 2026 druk mee”, vertelt Johan.

“Vanwege de kwetsbare vegetatie en de hoogteverschillen is dit echt maatwerk. We pakken steeds een stuk terrein en bekijken hoe we daar het best de dennen kunnen verwijderen; met zo min mogelijk schade voor de ondergrond. Hier komt geen groot materieel aan te pas. De bomen worden handmatig omgezaagd en met een speciaal daarvoor gebouwde tijdelijke kabelbaan afgevoerd. Als het daarvoor te vlak is, gebruiken we een lier om de boompjes af te voeren. Maar nog veel meer is het: heel veel lopen en sjouwen met de boompjes.” De afgevoerde boompjes worden versnipperd en over de paden uitgereden, zodat de zandpaden beter beloopbaar worden.


In de winter is deze tijdelijke kabelbaan gebruikt om bomen af te voeren. Om zo weinig mogelijk schade te veroorzaken.

Vele soorten korstmos

“Naast de boompjes verwijderen we ook de dikke humuslaag van dennennaalden”, vervolgt Johan. “Dit maakt het onderliggende zandpakket weer zichtbaar. Dan kan het dynamische proces van verstuiving op kleine schaal zich ontwikkelen, kunnen korstmossen of heide zich weer uitbreiden en er is weer plek voor de zandhagedis.”

Voor de eerste helft van dit jaar zit het werk erop. “Uiteraard doen we deze werkzaamheden niet tijdens het broedseizoen”, zegt Johan. De kabelbaan is weer afgebroken. Nu is het gebied weer van broedvogels als de graspieper, de roodborsttapuit en de boomleeuwerik. Johan wijst op een plek die vol staat met korstmossen. “Op sommige stukken heb je hier wel tien verschillende soorten op een vierkante meter.” Hij grijpt naar zijn verrekijker. “Vliegt daar nou een havik?” De vogel is gevlogen voordat dat is vast te stellen.

In het open duingebied groeien op sommige plekken vele verschillende soorten korstmos op de vierkante meter.

Ook interessant