Nu de wolf terug is in Nederland, is er weer een toppredator in het ecosysteem. Wat is de invloed daarvan op dat ecosysteem? “Veel is nog onduidelijk”, vertelt Staatsbosbeheer-ecoloog Aaldrik Pot. “Iedere verandering in een ecosysteem heeft gevolgen. Of er nu een soort verdwijnt of juist bijkomt.” Hij pleit voor meer onderzoek.
Als je aan één touwtje trekt, zie je dat de rest van de wereld er aan vast zit. Met dit citaat van John Muir is Aaldrik het volledig eens. “Een verandering in een ecosysteem leidt vaak tot een kettingreactie. Maar welke gevolgen het precies heeft, is lang niet altijd van te voren duidelijk. Het is mateloos fascinerend.”
Nu de wolf terug is, in Nederland en op de Veluwe, gaan we ontdekken wat dat betekent voor het ecosysteem. Aaldrik schat dat er op de Veluwe ruimte is voor zo’n vijf roedels. “En die zitten er misschien al. Het aantal hoefdieren dat ze opeten, zal vooralsnog waarschijnlijk niet veel aan het ‘overschot’ veranderen. Op de Veluwe worden – om de populatie niet teveel te laten groeien – jaarlijks duizenden hoefdieren geschoten. Dat is best veel voedsel voor de wolven. Maar misschien zorgt de wolf er wel voor dat hun gedrag verandert. Het zou bijvoorbeeld kunnen dat ze zich minder gaan voortplanten. Ook zullen ze waarschijnlijk bepaalde plekken gaan mijden, waar jonge bomen vervolgens weer een kans krijgen. We gaan het zien.”
Wat de wolf er zelf van vindt om op de Veluwe te leven, vertelt wolf Eva in podcast Groene Oren.
Meer predatoren weten hun weg naar Nederland beter te vinden. De oehoe is een toppredator die sinds een aantal jaar weer in Drenthe voorkomt. Zij eten bijvoorbeeld haviken, die vervolgens weer houtduiven en gaaien eten. “Ik ben benieuwd wat hun invloed op het ecosysteem zal zijn”, zegt Aaldrik. “Of de boommarter. Die zien we sinds enige jaren ook weer op steeds meer plekken in Nederland. Zij klimmen in nesten om eieren van bijvoorbeeld roofvogels op te eten. In ons onderzoeksgebied rond Veenhuizen in Drenthe hadden we dertig paar buizerds, nu nog maar zes. En er waren zes paar haviken, nu nog twee. Komt dat door de boommarter, of zijn er bijvoorbeeld – door een hele andere oorzaak – minder muizen? We weten het niet.”
De wederzijdse invloed van alle planten en dieren op elkaar blijft me verrassen
Eigenlijk is de kern dat we van ecosystemen nog heel veel niet weten. Ronduit fascinerend vindt Aaldrik die dynamiek in ecosystemen. “Ik verwonder me er iedere keer weer over. Beetje bij beetje krijgen we meer inzicht in de wederzijdse invloed van alle dieren en planten op elkaar. Dat blijft me verrassen. Maar het maakt ook duidelijk hoe hard we dat inzicht nodig hebben om de juiste dingen te kunnen doen. We hebben echt behoefte aan meer gedegen onderzoek. Zonder dat onderzoek vervallen we veel in meningen en polarisatie.”
Wie beter weet hoe een ecosysteem werkt, kan beter ingrijpen als dat nodig is. “Dat wil niet zeggen dat ingrijpen altijd nodig is”, zegt Aaldrik. “We hebben in sommige Drentse bossen nu bijvoorbeeld veel zwarte spechten. Dat komt doordat er om verschillende redenen nu erg veel dood hout in het bos is. Dat leidt mogelijk tot een tijdelijke toename van het aantal humusmieren, een belangrijke voedselbron voor zwarte spechten blijkt. Als er over een paar jaar minder dood hout is en het aantal spechten dus dreigt te verminderen, denk ik toch niet dat wij actief voor dezelfde hoeveelheden dood hout gaan zorgen.”