Hout en andere biogrondstoffen

Biogrondstoffen zo hoogwaardig mogelijk inzetten

Hoe hoogwaardiger je biogrondstoffen gebruikt, hoe langer de opgeslagen CO2 bewaard blijft. Van houtsnippers kan je bijvoorbeeld ook isolatieplaten maken, of kunststof. Staatsbosbeheer werkt mee aan een aantal initiatieven.

Isolatieplaten

Met Biogrondstoffen BV ontwikkelen we samen met bedrijven mogelijkheden om biomateriaal zo nuttig mogelijk toe te passen. Eén van die initiatieven is het maken van isolatieplaten van gras, riet en houtdeeltjes. First circulation isolation (FCI) is een bedrijf waarbij eerst van deze biogrondstoffen een soort soep wordt gemaakt. Die wordt in een mal gegoten en daar wordt myceleum, schimmeldraden, aan toegevoegd. In 48 uur tijd hechten die schimmeldraden alles aan elkaar vast. Na droging ontstaan dikke stevige isolatieplaten, die prima in de bouw zijn te gebruiken op bijvoorbeeld platte daken. Een groot voordeel is dat ze – in tegenstelling tot huidige isolatiemateriaal zoals pur, pir, steenwol of glaswol - zeer stevig zijn. Je hebt geen extra constructiemateriaal nodig. Zo kunnen ze bijvoorbeeld een prima ondergrond voor zonnepanelen vormen. Met deze methode zorg je er niet alleen voor dat de CO2 die in de biogrondstoffen is opgeslagen lang wordt vastgehouden, je voorkomt tegelijkertijd ook CO2-uitstoot die voor de productie van ander isolatiemateriaal nodig is. Vooral de productie van glaswol en steenwol stoot veel CO2 uit. Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten leveren de biogrondstoffen. FCI voegt de myceleum toe en produceert de isolatieplaten. In de loop van 2023 kan de productie starten.

Biobased platen

Een ander initiatief is de samenwerking die we in 2022 hebben getekend met BAM en IB2. Met hen ontwikkelen we biobased platen. De huidige mdf-platen en spaanplaten zijn gelijmd op basis van olie. Er is nu een innovatieve techniek waarbij olie wordt vervangen door zetmeel. Bovendien heeft BAM een productiemethode op basis van ultrasoon geluid ontwikkeld, waardoor de productie veel minder energie kost. Wjj leveren hiervoor de benodigde houtige biomassa.

Kunststof

Biobased kunststof is een initiatief waarvoor we in een consortium met Avantium en andere partijen zitten. Nu wordt kunststof vooral van gas en olie gemaakt. Dat kan ook op een andere manier. De vezels in hout zijn opgebouwd uit glucoseverbindingen. En die zijn heel interessant voor de industrie. Die suikerverbindingen kan je uit elkaar halen om er nieuwe structuren van te maken zodat kunststof ontstaat. De voordelen: het is sterker dan PET en het laat geen lucht door. PET-flessen laten wel een klein beetje lucht door, waardoor koolzuur langzaam verdwijnt. Daarnaast bestaat biobased kunststof uit één laag. PET bestaat uit meerdere lagen waardoor het moeilijker te recyclen is. De ontwikkeling van biobased kunststof kost veel tijd. In eerste instantie was de productie in het lab gelukt. Daarna is de productie verduizendvoudigd, daar staan we nu. Om het in de markt te zetten is nog een verduizendvoudiging nodig. Daar wordt nu een fabriek in Delftzijl voor gebouwd. Op z’n vroegst kan die in 2025 van start.

Natuurgras

Niet alleen hout, maar ook gemaaid natuurgras is een biogrondstof. Lang was compostering de enige afvoerroute voor het natuurgras uit de Nederlandse natuurgebieden. Inmiddels vinden we voor steeds meer gras een duurzamere bestemming. Zo leveren we natuurgras aan de verpakkingsindustrie, grasvezels zijn namelijk geschikt om karton van te maken. Verpakkingsbedrijf Huhtamaki ontwikkelde bijvoorbeeld samen met Newfoss eierdoosjes die voor de helft uit grasvezels bestaan. Ook dient een klein deel van ons gras als voer voor de olifanten in Artis.

Uitgelicht