In de Langstraat vormen het eeuwenoude landschap en nieuwe natuur een geheel.
De historie van Langstraat laat zich lezen als een geschiedenisboek. Zo'n 12000 jaar geleden ontstond hier een uitgestrekt laagveenmoeras, gevoed door grote hoeveelheden grondwater dat vanuit de hogere zandgronden richting de Maas stroomde. In de Langstraat kwam het grondwater vanuit de ondergrond omhoog in de velden als mineraalrijk kwelwater. Het laagveen groeide uit tot een dik pakket. Het veen verdween in de loop van de eeuwen grotendeels door afgraving voor de turfwinning en in 1462 door overspoeling met zeewater tijdens de Sint-Elizabeths-vloed. Ook bescherming tegen hoog rivierwater was noodzakelijk. In de uiterwaarden van de Maas werd de Winterdijk gemaakt (1465). In de 17e eeuw is de Zuiderwaterlinie aangelegd, de laaggelegen polders waren immers goed te inunderen.
De gouden drie-eenheid van vee, water en eikenbossen, maakte dat in de Langstraat eind 19e eeuw, de leder en schoenenindustrie tot bloei kwam. Het Halvezolenlijntje, een spoorlijn met een aantal monumentale spoorbruggen, herinneren nog aan deze industriële periode.
Het karakteristieke slagenlandschap is ontstaan vanuit de turfwinning. Vanaf de oeverwal aan de Maas werden sloten gegraven, haaks op de rivier. De kavels die zo ontstonden waren langgerekt en smal, een ‘slag’. Om het vele kwelwater af te kunnen voeren, ontstond een intensief slotenpatroon. Het gebied werd stukje bij beetje ontgonnen en het karakteristieke ‘slagenlandschap’ kreeg vorm.
Kenmerkend voor de Langstraat is de grote hoeveelheid zuiver en mineraalrijk kwelwater dat in de velden en sloten naar boven komt. De samenstelling van dit water is overal net een beetje anders en daardoor voelen veel verschillende planten en dieren zich hier thuis. Op de blauwgraslanden kleuren de velden ‘blauw’ door blauwe zegge of blauwe knoop. Je vindt er laagvenen met veenmos en dopheide. Op de hooilandjes vol bloemen bloeit echte koekoeksbloem en in de kalkmoerassen groeien moeraswespenorchis en diverse zegge-soorten.
Ook in en rond het water is er volop leven met dotterbloem, krabbenscheer en zelfs kranswieren. In het water zwemt de grote modderkruiper. Deze vis houdt van een modderige bodem en veel waterplanten. In het gebied leven vele watervogels zoals roerdomp, blauwe reiger en watersnip.
Eeuwenlang zijn de percelen in de Langstraat als weide en hooiland gebruikt. Vooral de natte hooilanden hadden een rijke, gevarieerde plantengroei en waren broedgebied voor vele vogels. In de afgelopen eeuw zijn de natuurwaarden door ruilverkaveling, vermesting, verdroging en stikstofdepositie, grotendeels verloren gegaan.
Nu is het een Natura 2000-gebied. Het beheer is gericht op verschralen van de graslanden. Twee keer per jaar maaien we het gras en voeren dit af. Langzaam herstellen de hooilanden zich naar een voedselarme bodem met voldoende mineraalrijk kwelwater. Juist de unieke planten die in de Langstraat voorkomen, zijn hierbij gebaat. De afgelopen jaren is natuurherstel grootschalig aangepakt. De eerste tekenen van herstel laten zich zien.
Lees meer over de Langstraat en Natura 2000 op de website van Provincie Noord-Brabant.