Bekendmaking als bedoeld in het arrest van de Hoge Raad van 26 november 2021 ECLI:NL:HR:2021:1778, rechtsoverweging 3.1.6.
Staatsbosbeheer is voornemens om een overeenkomst aan te gaan om daarmee een erfdienstbaarheid van weg te vestigen ten behoeve van het heersende erf om te komen van en te gaan naar het heersend erf, zulks over het op het dienende erf aan te leggen onverhard (schouw)pad.
A. ten laste van het perceel kadastraal bekend gemeente Oosterhesselen, sectie G, nummer 955, hierna te noemen: ‘het dienende erf’ en ten behoeve van het perceel kadastraal bekend gemeente Oosterhesselen, sectie G, nummer 854, hierna te noemen: ‘het heersende erf’.
B. ten laste van het perceel kadastraal bekend gemeente Oosterhesselen, sectie M, nummer 887, hierna te noemen: ‘het dienende erf’ en ten behoeve van het perceel kadastraal bekend gemeente Oosterhesselen, sectie M, nummer 538, hierna te noemen: ‘het heersende erf’
C. ten laste van het perceel kadastraal bekend gemeente Oosterhesselen, sectie G, nummer 203, hierna te noemen: ‘het dienende erf’ en ten behoeve van het perceel kadastraal bekend gemeente Oosterhesselen, sectie G, nummer 698, hierna te noemen: ‘het heersende erf’
D. ten laste van het perceel kadastraal bekend gemeente Oosterhesselen, sectie G, nummer 957, hierna te noemen: ‘het dienende erf’ en ten behoeve van het perceel kadastraal bekend gemeente Oosterhesselen, sectie G, nummer 698, hierna te noemen: ‘het heersende erf’
E. ten laste van het perceel kadastraal bekend gemeente Dalen, sectie F, nummer 68, hierna te noemen: ‘het dienende erf’ en ten behoeve van het perceel kadastraal bekend gemeente Dalen, sectie F, nummer 89, hierna te noemen: ‘het heersende erf’
Staatsbosbeheer is voornemens om op deze percelen een erfdienstbaarheid te vestigen ten behoeve van een recht van weg waardoor het waterschap doelen uit de Kaderrichtlijn Water kan realiseren op basis van de publieke taak die het waterschap heeft met betrekking tot de oprichting en het beheer van waterstaatswerken. Staatsbosbeheer is van oordeel dat bij het vestigen van dit erfdienstbaarheid van weg geen mededingingsruimte door middel van een selectieprocedure hoeft te worden geboden, nu bij voorbaat vaststaat of redelijkerwijs mag worden aangenomen dat op grond van objectieve, toetsbare en redelijke criteria één serieuze gegadigde in aanmerking komt voor deze overeenkomst.
Op basis van deze criteria, die redelijk, toetsbaar en objectief zijn, heeft Staatsbosbeheer het voornemen om voornoemde percelen onderhandse te ruilen, aangezien op basis van het genoemde criteria en de feitelijke terreinsituatie bij voorbaat vaststaat of redelijkerwijs mag worden aangenomen dat slechts deze gegadigde als serieuze gegadigde in aanmerking komt.
Een belanghebbende die het hier niet mee eens is en ook voor een recht van weg op deze percelen in aanmerking wenst te komen dient vóór 31 december 2025, een reactie bij Staatsbosbeheer in te dienen waarin wordt gemotiveerd waarom hij of zij, onder toepassing van dezelfde criteria, als serieuze gegadigde ook in aanmerking kan komen voor een overeenkomst voor de voornoemde percelen. Bij gebreke van een tijdig en gemotiveerd bericht vervalt het recht tegen al het voornoemde in rechte op te komen en/of daarop enige vordering tot schadevergoeding of welke andere aanspraak dan ook te baseren, althans heeft een belanghebbende zijn of haar rechten daarop verwerkt. Staatsbosbeheer zou immers onredelijk worden benadeeld indien pas na deze (duidelijk kenbaar gemaakte) termijn alsnog tegen het voornemen respectievelijk het aangaan van de betreffende overeenkomst zou worden opgekomen.
Een reactie als bedoeld dient u binnen de hiervoor genoemde reactietermijn per e-mail te sturen naar: grondengebouwen@staatsbosbeheer.nl.
Ook vragen naar aanleiding van deze bekendmaking kunt u naar dit e-mailadres sturen, eveneens met de vermelding zoals hiervoor genoemd. Het insturen van vragen geldt niet als een reactie zoals hierboven bedoeld is en wijzigt de reactietermijn voor het indienen van een reactie niet.
Staatsbosbeheer behoudt zich uitdrukkelijk het recht voor om alsnog af te zien van de voorgenomen overeenkomst; aan deze bekendmaking kunnen geen rechten worden ontleend.
