Nieuws
Deze winter krijgt het Bufferbos een grote opknapbeurt. Vrijwilligers en teams maken wandelpaden weer begaanbaar en herstellen watergangen zodat libellen, kikkers en vissen terug kunnen keren. Zo blijft dit bijzondere bos een paradijs voor natuur én bezoekers.
Deze winter wordt het Bufferbos flink onder handen genomen. Het team van Binnenwerk, verschillende aannemers en de beide vrijwilligersgroepen beheer zijn er flink aan het buffelen.
Na twintig jaar natuurlijke successie op voedselrijke bodem en achterstallig beheer begon het Bufferbos behoorlijk dicht te groeien. Het wandelpad werd steeds lastiger begaanbaar en de wateren verlanden door ophoping van bladeren, takken en bomen die over (en door) het water heen groeien. Enerzijds biedt dit een prachtige, wilde beleving voor de avontuurlijke bezoeker. Het waterrijke bos is, mede door de wildernis, rijk aan reeën en vogels. Anderzijds verarmen poelen die dichtslibben ecologisch enorm. De combinatie van bladophoping en gebrek aan zonlicht zorgt ervoor dat de pH en het zuurstofgehalte dalen, wat leidt tot zuur en zuurstofarm water. Tegelijkertijd stijgen de ammonium- en fosfaatwaarden, waardoor het water giftig wordt voor mens en dier. Bovendien blijft er bijna geen open water over om in te leven. Dit alles maakt dat het water geen geschikte biotoop meer is voor vissen, kikkers, salamanders, waterinsecten en libellenlarven, en zelfs niet meer als drinkwater voor vogels en zoogdieren als reeën.
Als vuistregel voor poelenbeheer geldt: schonen zodra minder dan 50% van het wateroppervlak open is. In het Bufferbos zaten we daar ruim overheen.
Een paar weken geleden zijn de risicobomen gemarkeerd. Dit zijn bomen die het risico lopen om te vallen en daarmee een gevaar zijn voor bezoekers. Deze bomen zijn door een aannemer verwijderd. Het wandelpad wat door het bos slingert is door de vrijwilligers en het team van Binnenwerk vrijgesnoeid en -gezaagd. Er waren veel overhangende takken en braamstruiken, waardoor het pad steeds smaller werd. Het wandelpad wordt hersteld zodat je er straks weer fatsoenlijk kunt lopen en wij er voor het beheer ook goed bij kunnen.
Het belangrijkste (en meest omvangrijke) werk is vrijmaken van een deel van de wateren. Hier zijn beide vrijwilligersgroepen erg druk mee. Voor poelenbeheer geldt: alles wat met de hand kan, graag met de hand en niet met machines. Dit om verstoring en beschadiging te minimaliseren. Als we dit werk met machines zouden doen, zouden we eerst bomen moeten verwijderen zodat er een kraan bij kan. We zijn dus (wederom) erg blij met de vrijwilligers!
De overhangende takken en bomen worden weggezaagd, het riet gemaaid en de bladeren en takken uit het water geharkt. Bij het uitharken van de poelen komt de typische sterke geur van rottend, zuurstofarm materiaal vrij, afkomstig van de hoge concentratie ammonium. Van de takken maken we takkenrillen in het bos waar vele vogels, egels en insecten van profiteren. De bladeren uit het water worden in het bos gelegd, wat goed is voor de bosbodem. Doordat er zuurstof bij komt, wordt het omgezet in organisch materiaal (compost).
Het is intensief werk, maar wel bevredigend. De vrijwilligers moeten bij aanvang soms zoeken waar het water überhaupt is. Zodra deze weer vrij is, wordt het water snel helder en weet je dat de watergang er weer even tegenaan kan. Ook weten we dat het water weer geschikt is voor allerlei waterleven zoals libellenlarven, kikkers, vissen en waterinsecten zoals watertorren. Hier profiteren vogels en bijvoorbeeld ook de ringslang op hun beurt weer van.