Op zoek naar mollensporen op de eilanden in de Grevelingen

De kans om een levende mol te zien is natuurlijk klein, maar de molshopen tellen gelukkig ook mee. Dankzij het doorgeven van deze waarnemingen komt de Zoogdiervereniging te weten waar mollen leven. Daarnaast zorgt de mollentelling voor meer bewustwording over het leven en het nut van de mol.

Paarseizoen

De maand februari markeert de start van het paarseizoen, wat een goed moment is om de activiteit van de mol boven de grond waar te nemen. Tijdens de maanden februari, maart en april graven de mannetjesmollen gangen dicht aan de oppervlakte, richting de zelf gegraven gangen van de vrouwtjesmollen. Normaliter zijn mollen graag op zichzelf, maar tijdens de paartijd zoeken de mannetjes verschillende vrouwtjes op – nee, ze zijn niet monogaam – om te paren.

Het telweekend is een goed moment om aandacht te besteden aan de mol, er meer over te leren en er samen mee te leven. De mol zorgt met diens gangenstelsel voor een goede beluchting van de grond en voor een betere drainage bij hevige regenbuien, waar we tegenwoordig mee te maken hebben. Mensen die een mol willen verjagen vanwege hun keurige grasmat in de tuin, krijgen er hoogstwaarschijnlijk een andere mol voor in de plaats.

Mollen in de Grevelingen

Eilanden in het Grevelingenmeer variëren in grootte en vegetatie. Sommige eilanden zijn te klein of te droog om een stabiele molpopulatie te ondersteunen. Hoe de mollen de natuureilanden hebben bereikt, blijft ook voor de boswachters een mysterie. Zwemmen kunnen ze wel, dus zijn ze misschien net als de reeën, die zich op onze eilanden bevinden, aan komen zwemmen? De eilanden liggen soms op grote afstand van het land, dus of ze dat redden (zonder zicht) is de vraag. Of zijn ze tijdens beheerwerkzaamheden een keer meegekomen in de grond afkomstig van het land? Een kleine kans kan ook zijn dat ze door een val vanuit de snavel van een vogel per ongeluk op de eilanden zijn beland. Het blijft gissen.

Tellen maar!

Op de Mosselbanken troffen we geen sporen aan, maar vervolgens telden we op Stampersplaat op drie plekken in totaal 130 molshopen en op Dwars in de Weg 200 molshopen. Er is ongetwijfeld meer activiteit, maar beide eilanden zijn te groot voor onze telactie. Weer terug in de Staatsbosbeheer werkhaven van Bommenede telden we ook nog eens 120 molshopen op twee plekken en 217 hopen op drie plekken bij het strandje van Bommenede.

Waarnemingen van mollen of mollensporen, zoals molshopen, in jouw tuin kun je doorgeven via Tuintelling.nl. Mollensporen buiten jouw tuin kun je net als ons, binnen een schaal van 25 meter, invoeren via het mollenmeldpunt op Waarneming.nl. Geef hierbij de locatie, datum en het type waarneming (molshoop, levende of dode mol) door. Tel je veel molshopen in een veld? Maak dan een schatting van het aantal molshopen en voer dit getal in bij ‘aantal individuen’. De verzamelde data wordt opgenomen in de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF). Tel jij dit weekend ook mee?