Hij komt er weer aan
Zodra het maart wordt, houden boswachter Harm Blom en zijn collega’s in de Biesbosch de vogeltreksite trektellen.nl nauwlettend in de gaten. Als de eerste meldingen van visarenden in Frankrijk komen, dan weten ze het: hij komt er weer aan. “Bijna ieder jaar stipt op 26 maart keert het mannetje als eerste terug naar het nest”, weet Harm. “Zo kan hij het nest bewaken en alvast repareren. Een paar dagen later volgt het vrouwtje. Ze brengen de winter afzonderlijk van elkaar door in Afrika en Zuid-Europa, maar ze broeden altijd samen.” Vanaf 19 maart 2023 staat de camera bij het nest weer 'aan' en is hun komst op Beleef de lente live te volgen.
Primeur
Het stelletje dat vlakbij het kantoor van de boswachters boven een kreek broedt, is het eerste visarendenpaartje dat in 2016 succesvol broedde in de Biesbosch. “Een primeur voor de Benelux”, aldus Harm. Sindsdien volgden andere broedpaartjes en zijn in totaal 38 jongen in de Biesbosch uitgevlogen. Vanuit deze bronpopulatie kunnen de visarenden zich hopelijk over de rest van Nederland verspreiden.
Kwetsbaar
“Ik ben een trotse boswachter”, glundert Harm. “De visarend is een icoonsoort die meelift op het succes van het programma Ruimte voor de Rivier. Vanaf 2007 zijn grote landbouwgebieden in de Biesbosch teruggegeven aan het water om ruimte voor de rivier te maken. Hierdoor is er meer dynamiek in het landschap gekomen en is het foerageer- en rustgebied van de visarend verdubbeld.”
Hoewel succesvol, is de visarend ook kwetsbaar. De soort is gevoelig voor verstoring en in een populair recreatiegebied als de Biesbosch kan daar sprake van zijn. Harm: “Als de paartjes in april beginnen met nestelen is het vaak nog rustig in het gebied, maar na Koningsdag wordt het al snel druk met bootjes, kano’s en wandelaars. We sluiten daarom zo nodig tijdens het broedseizoen enkele kreken en wandelpaden af.”
Drukte
Omdat meer te weten te komen over het effect van menselijke bewegingen op de visarendenpopulatie heeft Staatsbosbeheer
Sovon Vogelonderzoek gevraagd om dit te onderzoeken.
Sovon-onderzoeker Albert de Jong doet naast zijn werk bij Sovon al jarenlang vrijwilligerswerk in de Biesbosch, onder andere als vogelteller. Hij kent het gebied goed en dus ook de recreanten. “De Biesbosch trekt echte natuurliefhebbers, maar ook mensen die het leuk vinden om met hun boot hard te varen of luide muziek te draaien.”
Om te kijken hoe de visarenden hierop reageren, heeft Sovon twee jaar achter elkaar hun gedrag bestudeerd. Albert: “Het blijkt dat de vogels van de overlast en de bewegingen van het normale recreatieverkeer op zo’n 150 meter van het nest niet direct opschrikken. Zelfs niet als er veel boten varen. Ze kennen blijkbaar de reguliere verkeersstromen. Maar zodra daar een afwijking in is, bijvoorbeeld doordat een bootje, kano of wandelaar te dichtbij komt, dan schrikken ze en vliegen ze weg. Daarnaast schrikken ze van laagvliegende helikopters en vliegtuigen.”
Stiltecirkel
Harm is blij dat de visarenden wel het een en ander kunnen hebben. “Mits het op afstand blijft; in een cirkel van 150 meter rondom het nest moet niets gebeuren. Er hoeft maar een hekje open te gaan en dan vliegen ze al op. Het broeden wordt dan verstoord. Ze hebben dus een stiltecirkel nodig. Daarom blijven we doorgaan met het tijdelijk afzetten van het gebied. Dat doen we tot in september, omdat de jongen na het uitvliegen het nest nog gebruiken om uit te rusten. We zoeken echt naar het evenwicht tussen bescherming en beleving.”
Ergernis
In een populair recreatiegebied kan het tijdelijk afsluiten van gebieden tot ergernis leiden, bijvoorbeeld bij bootverhuurders en kanovaarders. “Daarom nemen we zo snel mogelijk contact op met alle betrokken partijen en regionale media. Inmiddels kan de afsluiting voor de broedende visarend, zowel bij gebruikers en bedrijven, op begrip rekenen. De webcams van ‘
Beleef de lente’ zijn voor ons een ideaal haakje om het belang van de bescherming van én zonering voor de visarend te onderstrepen. Alleen al in 2021 haalden de visarenden daar 1,3 miljoen unieke pageviews. Dat is geweldig en het helpt enorm om begrip voor de noodzaak van broedrust te krijgen.”