Nieuws
Het is lente! Voor veel mensen de mooiste tijd om de natuur in te trekken. Maar voor de natuur de meest kwetsbare tijd. Dieren met nesten en jongen zijn extra gevoelig voor verstoring. Jonge planten kunnen gemakkelijk vertrapt worden, al voordat ze zichtbaar zijn. Daarom is de campagne ‘Kraamkamer Moeder Natuur’ weer gestart.
Boswachter Mark Kras wijst begin maart in het Haagse bos op de eerste tekenen van de ontwakende natuur. Hoewel er hier en daar al sneeuwklokjes en narcissen bloeien en sommige bomen in de knop staan, lijkt er verder nog niet zoveel leven in het bos te zijn. De bodem is bedekt met een dikke laag dorre bladeren. Maar schijn bedriegt. “Onder die bladeren maken nu vooral allerlei planten hun eerste groeispurt. Vooral stinzenplanten als winterakoniet, krokus, bosanemoon en vingerhelmbloem. Nu de beuken nog kaal zijn, benutten zij de kans om in de lentezon te bloeien. Enorm belangrijk voor de biodiversiteit, want zij leveren voor insecten straks de eerste nectar. Als je nu naast het pad loopt, trap je ze kapot zonder dat je het doorhebt.”
Mark vertelt dat er in dit bos ook enkele van de zeldzame bosgeelsterren groeien. “Die bloeien van eind maart tot in mei. Daar zie je nu helemaal niks van. Maar als je er op staat, is het krak.”
Met de campagne Kraamkamer van Moeder Natuur proberen Staatsbosbeheer samen met Goois Natuurreservaat, LandschappenNL, Natuurmonumenten en met steun van diverse gemeenten en provincies, bezoekers bewust te maken van deze kwetsbaarheid. Blijf op het pad, houd je hond aan de lijn en neem je afval mee, zijn regels die altijd gelden maar in deze periode extra belangrijk zijn.
En dat is in het ruim honderd hectare tellende Haagse bos geen gemakkelijke opgave. Dit bos is net na de laatste ijstijd ontstaan en daarmee een van de oudste bosgebieden van Nederland. Den Haag is er zo’n beetje omheen gebouwd, waardoor het vrijwel in het centrum ligt. Aan de randen torenen hoge kantoorgebouwen, waaronder ministeries. Jaarlijks zijn er miljoenen bezoeken van omwonenden en werknemers van de omringende bedrijven. Mark spreekt twee meisjes aan die dicht langs het pad door het bos struinen. Ze vinden net een boomstronk, voor een schoolopdracht. Hij vraagt ze om op te letten waar ze lopen. “Tja, dat moet toch ook kunnen”, zegt hij en laat het verder gaan.
Afval is een groot probleem in dit drukbezochte gebied. Staatsbosbeheer heeft bijna nergens in natuurgebieden afvalbakken staan, omdat recreanten gewoon hun eigen afval weer mee moeten nemen. Dat is in het Haagse bos niet te doen. “Heel veel mensen picknicken hier, of hebben tijdens een lunch-wandeling hun coffee-to-go bij zich. Zelfs pizza-koeriers komen hier soms hun bestelling afleveren. Daarom hebben we hier op enkele plekken wel een afvalbak. En hoewel ze zeer regelmatig worden geleegd, zijn ze toch vaak vol en hoopt het afval eromheen zich op. Het gevolg: dieren raken er in verstrikt. Wist je dat het jaren duurt voordat een plastic patatbakje is verbrokkeld? En verbrokkeld betekent niet dat het weg is. Dan zit het in de vorm van microplastics in de grond en het grondwater.”
De meeste mensen hebben gelukkig begrip voor de regels en houden zich eraan. Mark: “Als ze zich er niet aan houden zijn ze zich vaak niet bewust van de gevolgen van hun gedrag. Ze hebben niet in de gaten dat hun los hollende hond zoveel paniek veroorzaakt of denken dat het geen kwaad kan naast het pad door de bladeren te struinen. De campagne ‘Kraamkamer Moeder Natuur’ helpt bij dat bewustzijn. Wat mij betreft mag er trouwens ook meer aandacht komen voor loslopende katten. Ook die richten veel schade aan. Doe ze – vooral in het broedseizoen – een belletje om.”
“Kijk daar”, wijst Mark, “hartbladzonnebloemen en de Italiaanse aronskelk. Hé, het speenkruid bloeit ook al, daar word ik altijd zo vrolijk van.”