Nieuws
Veeteelt en natuur; ze blijken prima samen te gaan - elkaar zelfs te versterken. Dat laat het veebedrijf van de familie Niesing op een rendabele manier zien. Midden in het Groene Hart zorgen de Wagyu runderen en de weidevogels goed voor elkaar. Onder regie van Tinus en Tess. “We hadden vorig jaar 36 gruttopaartjes hier broeden. Daar zijn we trots op.”
Ruige, zwarte vacht, indrukwekkende horens en vriendelijke donkere ogen; de Wagyu runderen van boer Tinus en dochter Tess Niesing stappen kalm door het verse stro in de gloednieuwe potstal. In de winter staan ze binnen, maar vanaf het voorjaar tot begin november staan deze robuuste dieren dag en nacht in polder Bloemendaal, tussen Gouda en Waddinxveen. Het Reeuwijkse familie-melkveebedrijf pacht hier zo’n dertig hectare grasland van Staatsbosbeheer. Daar doen deze robuuste Japanse runderen, die bekend staan om hun zachtaardige karakter en hun exclusieve vlees, hun nuttige werk: grazen en bemesten tussen en voor de weidevogels.
Toch is het niet vanzelfsprekend, want agrarisch weidevogelbeheer vraagt nogal wat. Tess legt uit: “In het voorjaar zorgen we ervoor dat de vogels rustig kunnen broeden en de kuikens voldoende te eten en beschutting hebben. We kijken waar nesten en vogels zitten en zorgen ervoor dat de koeien veilig om die ‘kuikenveldjes’ heen grazen. Met hun verse mest zorgen de koeien voor insecten en daarmee voor de biodiversiteit én voor voedsel voor de vogels. Ook houden we met een waterpomp op zonnepanelen in het voorjaar altijd een aantal stukken grasland nat voor de vogels. En maaien doen we pas na 15 juni, als de meeste vogels klaar zijn met broeden en de kuikens vliegvlug zijn. Bovendien maaien we nooit alles tegelijk weg; we laten stukken staan waar de vogels nog in kunnen schuilen en eten.”
Daar zit ‘m de crux voor de bedrijfsvoering, vult Tinus aan: “Omdat je pas na 15 juni mag maaien, mis je als melkveehouder het meest voedzame grasvoer in het voorjaar. Bovendien maai je in meerdere rondes, in plaats van in één keer. Je bent daarbij ook afhankelijk van goed weer en moet je meerdere keren een loonwerker laten komen. Ook moet je steeds weer puzzelen waar je de koeien kunt laten grazen, waar wel en geen vogels zitten. Dat kan alleen als je voldoende grond hebt om te schuiven en in te passen. Het kost allemaal extra tijd en geld en dat moet passen in je bedrijfsvoering.”
In de woonkamer staat een ijzeren kunstwerk van een grutto, Tinus’ lievelingsvogel. Het is een prijs van De Groene Motor die de Niesings wonnen voor ‘uitmuntend weidevogelbeheer. “Omdat we de meest onmogelijke contracten afsluiten om het de weidevogels naar de zin te maken, volgens de jury”, grijnst Tinus. “We hebben nu 36 gruttopaartjes op onze percelen broeden, daar ben ik hartstikke trots op. Wat mij betreft gaan we dat verdubbelen de komende jaren. Ach, boerenland en weidevogels: we hebben elkaar gewoon nodig”, besluit hij.