Nieuws
Ze zijn zeldzaam, ze hebben felle glanzende kleuren en fantasieprikkelende namen als puntmutswasplaat of papegaaizwammetje. In het enige wasplatenreservaat dat Nederland rijk is - de Friese Rotstergaaster wallen - zijn in goede jaren rond de twintig soorten wasplaten te vinden. Nu nog niet. “De droogte van de afgelopen zomer eist z’n tol”, vertelt boswachter Henk-Jan van der Veen.
Wasplaten danken hun naam aan het wasachtige laagje op hun hoed dat ze laat glimmen. Het zijn kieskeurige graslandpaddenstoelen die het alleen goed doen als de omstandigheden optimaal zijn. “Niet te droog, niet te nat en vooral niet te voedselrijk”, legt Henk-Jan uit. Dat maakt ook dat ze in Nederland zeldzaam zijn. Het zijn vrijwel allemaal rode lijstsoorten. “Op grasland dat in het verleden bewerkt en bemest is, komen ze niet voor. En dat geldt voor bijna al het grasland in Nederland.”
Door die eeuwenoude ontwikkelingen varieert ook de bodem enorm. Je vindt hier veen, zand en in de ondergrond ook keileem. Henk-Jan: “Die laatste is belangrijk, want dat is een laag die nauwelijks water doorlaat, waardoor water niet diep weg kan zakken en dit gebied relatief nat is”. Het is een ideale plek voor blauwgraslanden en heischraal grasland. Er leven veel soorten insecten en vogels, bijzondere planten als vlozegge, klokjesgentiaan en de blauwe knoop doen het hier goed en het is een walhalla voor graspaddenstoelen waaronder de wasplaten. Om die laatste reden is dit gebied in 2013 uitgeroepen tot wasplatenreservaat.
Terwijl Henk-Jan over het gebied vertelt, staan zijn ogen continu richting de grond. Zo nu en dan zakt hij door de knieën om een paddenstoeltje te bestuderen. Hoewel hij veel andere graslandpaddenstoelen ziet, laten de wasplaten zich eind oktober nog niet zien. Hij vindt er één, een kleine honingwasplaat. “Dat heeft waarschijnlijk met de droge zomer te maken. Gewoonlijk is dit gebied rond deze tijd veel natter.” Hij kijkt naar zijn laarzen. “Die heb je hier meestal echt nodig, maar nu niet.”
Dat de wasplaten zich nu nog niet laten zien, hoeft niet erg te zijn. “Het zou goed kunnen dat ze over een paar weken wel in grote getale aanwezig zijn. In principe kunnen ze tot de nachtvorst, meestal begin december, voorkomen.” En het zegt ook niet direct iets over de gezondheid van de schimmel zelf. Die leeft onder de grond. Paddenstoelen zijn het vruchtlichaam van de schimmel. De sporen onder de hoed worden door de wind verspreid. Zonder paddenstoelen geen voortplanting. “Een slecht paddenstoelenjaar houdt dus een verdere verspreiding tegen. Als dat teveel jaar achter elkaar gebeurt, is dat waarschijnlijk wel een probleem.”
De wasplaten moeten het natuurlijk zelf doen, maar daar waar we kunnen proberen we ze te helpen
En ondertussen zorgt Staatsbosbeheer dat de omstandigheden voor de wasplaten zo goed mogelijk blijven. “Dat doen we met behulp van twee enthousiaste vrijwilligers die enorm veel kennis van paddenstoelen hebben. In deze tijd van het jaar zijn ze bijna wekelijks hier om de ontwikkelingen in de gaten te houden. Daarnaast verzorgen ze excursies en geven ons tips over het voor wasplaten optimale beheer. Wasplaten hebben bijvoorbeeld korte vegetatie nodig. Daarom maaien we het hier één keer per jaar, laten we enkele maanden per jaar een paar koeien grazen en doen verder zo min mogelijk. De wasplaten moeten het natuurlijk zelf doen, maar daar waar we kunnen proberen we ze te helpen.”
Bekijk de aflevering van Binnenstebuiten waarin boswachters Marieke Schatteleijn en Henk-Jan van der Veen op zoek gaan naar wasplaten in de Friese Rotsergaatsterwallen.