LIFE Nature

LIFE Nieuw leven in het veen

In het project LIFE Nieuw leven in het veen voeren Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten herstelwerkzaamheden uit om te voorkomen dat het veen dichtgroeit. Zo zorgen we voor de bescherming van uiterst zeldzame natuur.

Karakteristiek

Laagveengebieden zijn karakteristiek voor het Nederlandse landschap. Plassen, sloten, wuivende rietkragen, vochtige weilanden vol bloemen, spannende trilvenen en oude rietlandjes ademen de sfeer van vroeger. De turfwinning heeft het gezicht bepaald van de meeste laagveengebieden. Turfgravers baggerden het veen uit het water en legde het te drogen op het land. Zo ontstond het bekende patroon van brede sloten (petgaten) en stroken land (legakkers). Op sommige plaatsen sloeg de wind de legakkers weg en ontstonden er veenplassen.

Verdroging

Omdat er in de veengebieden al lang geen turf meer wordt gewonnen, groeien de gebieden langzaam maar zeker dicht - ook de petgaten en veenplassen. Een natuurlijk proces dat we ‘verlanding’ noemen. Als dit proces echter ongeremd doorgaat, groeien uiteindelijk zelfs de moerassen dicht. Maar daarmee gaat de variatie verloren die laagveengebieden zo speciaal maakt. Zonde, want juist trilveen, veenmosrietland en blauwgrasland (de eerste verlandingstadia) herbergen uiterst zeldzame natuur, die ook internationaal van groot belang is.

Laagveen verbeteren

Om te voorkomen dat het veen dichtgroeit, voeren Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten herstelwerkzaamheden uit om de kwaliteit van ruim 600 hectare laagveen te verbeteren en uit te breiden met maar liefst 190 hectare. Dit doen we onder meer door het afplaggen van rietland en het verwijderen van moerasbos en houtopslag. Dit is noodzakelijk om het veenlandschap te verjongen, zodat het proces van verlanding kan blijven doorgaan. Daarnaast gaan we baggeren en sloten verleggen. Zo verbeteren we de waterkwaliteit.

Onderzoek

Tijdens de werkzaamheden doen we in de Molenpolder en Westbroekse Zodden onderzoek naar het verlandingsproces. Dat is nodig, omdat niet goed bekend is hoe verlanding precies verloopt, waarom het vaak niet op gang komt en welke maatregelen genomen kunnen worden om dit te stimuleren. Terwijl herstel van verlandingsvegetaties essentieel is voor duurzaam natuurherstel, soortbescherming, variatie in leefomgeving en veenvorming in laagvenen. Middels rietvlotten met veen- en moerasplantjes monitoren we gedurende drie jaar het aangroeiproces.

Laagveen symposium

In het LIFE-project Nieuw leven in het veen hebben Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer in de afgelopen jaren veel nieuwe ervaringen opgedaan met het herstellen van laagveengebieden. Ervaringen met herstel van petgaten, trilveen en blauwgrasland door baggeren, opslag verwijderen, plaggen en maaien. Deze kennis is in 2018 gedeeld tijdens een tweedaags symposium met presentaties, workshops en excursies. Bekijk het digitale verslag en de presentaties van het laagveensymposium.