Natuurgebied

Noard-Fryslân

Zandpaden en landgoederen, ruige moerasnatuur en akkertjes, door elzen omringd. Noard-Fryslân kent talloze verrassingen.

Over Noard-Fryslân

Ooit was het open landschap in het noorden één grote natte delta. Door inpoldering en bedijking vanaf de middeleeuwen veranderde dit rigoureus. Staatsbosbeheer beheert en beschermt er vele cultuurhistorische parels en natuurgebieden. Zoals Noard-Fryslân. Hier is het heerlijk wandelen en fietsen en voor vogelaars is het een waar paradijs.

Holwerdse Kwelder: wadlopen naar Ameland

Op de overgang van het Friese vasteland en de Waddenzee ligt een uitgestrekt kwelderlandschap: de Holwerdse Kwelder. De Waddenzee is er uitgeroepen tot Werelderfgoed. Het is namelijk het grootste getijdengebied ter wereld en valt elk etmaal helemaal droog. Bij de veerdam naar Ameland bij Holwerd beheert Staatsbosbeheer een uitgestrekt kweldergebied. Boeren laten hier hun schapen en runderen grazen. Bij hoogwater rusten duizenden vogels op de hoge kwelders. Je kunt bij laagwater vanaf de pier met een wadloopgids de oversteek maken naar het eiland Ameland.

Wadlopen in de Holwerdse Kwelder.

Terpen

Naast het wad en de uitgestrekte kwelders heeft het noordelijk kleigebied nog veel meer te bieden. Tussen Harlingen en Lauwersmeer liggen nog voormalige zeedorpen met prachtige oude boerderijen, tuinen en voormalige States van de Friese adel. Voor de inpoldering van de Middelsee woonden de mensen op zelf opgeworpen heuvels, ook wel terpen genaamd. Een goed bewaard gebleven terp vind je bij Hegebeintum, waar je aan de Harstawei de Harsta State kunt bezoeken.

Op landgoed Harsta State ontdek je hoe de Friese adel zich vestigde op terpenland van de voormalige zeebodem. De oudste bewijzen van het bestaan van buitenplaats van Harsta State gaan terug naar 1511. De landschapstuin van het eeuwenoude landgoed werd in 1832 aangelegd. Waarschijnlijk door tuinarchitect Lucas Pieters Roodbaard, verantwoordelijk voor veel Friese landschapsparken. Een wandeling leidt je langs de mooiste plekken van de buitenplaats, zoals de boomgaard, de tuin en de oude lindelaan, die wordt beheerd door Staatsbosbeheer. Download plattegrond Harsta State.

Klooster Klaarkamp

Ten westen van Dokkum, tussen het huidige Rinsumageest en Sybrandahuis, stond in de late Middeleeuwen het grootste en rijkste klooster van Friesland: Klaarkamp. Het cisterciënzer klooster werd rond 1165 gebouwd op een terp van 4 meter hoog en 5 voetbalvelden groot. Er omheen lagen dubbele grachten, door een singel van elkaar gescheiden. Klaarkamp is rond 1580 volledig afgebroken, waarna het terrein enige tijd is gebruikt als openbare steengroeve. De kloostermoppen zijn later in allerlei gebouwen opnieuw gebruikt: in de boerderijen in de directe omgeving tot in Oost-Groningen. De terp zelf is nog eeuwen blijven liggen. Pas in de 19e of 20e eeuw is hij afgegraven. In het landschap zijn er wel nog tal van sporen van terug te vinden. Meer informatie: Kloosterclaercamp.nl.

Stania State

In Oenkerk ligt Stania State. De naam kwam al voor in begin 16e eeuw, maar het huidige landgoed is overweldigend 19e-eeuws. Het huis is toen gebouwd en de oorspronkelijk barokke tuin werd omgevormd tot een landschapspark. Zoals op veel plaatsen in Friesland heeft landschapsarchitect Lucas Pieters Roodbaard het park vormgegeven. Hij maakte hierbij slim gebruik van de oude bomen die er al stonden. Typisch voor zijn tijd zijn de slingerende paden, die voortdurend voor een nieuwe blik op het huis zorgen. Heel bijzonder zijn de driepuntsbrug en de poppestenen. Die laatste zijn grote zwerfkeien die een rol speelden in de folklore. Er werd gedacht dat vrouwen die een tijdje op zo’n steen zaten sneller zwanger zouden raken. Meer informatie: StaniaState.nl

Weidevogels en pingo's van De Mieden

Verscholen tegen het smûke eikenwâld liggen de Mieden. Het gebied vormde zich in de voorlaatste ijstijd, toen gletsjerijs er een enorme smeltwatergeul uitsleet. Pas vanaf de late middeleeuwen werd dit gebied vanuit de beeklopen ontgonnen. Je vindt er dan ook veel cultuurhistorie, zoals oude huisplaatsen, kerkjes en kleine petgaten. Op de flanken van de geul ligt een parelsnoer van pingo’s. Pingo’s zijn ijswakken uit de ijstijden en ze liggen er al ruim 100.000 jaar. De graslanden in De Mieden zijn rijk aan watervogels. Het is misschien wel het enige gebied in Nederland, waar nog alle Hollandse weidevogels broeden. De watersnip, roerdomp, zomertaling en slobeend zijn er nog algemeen.

Het geheim van de rijkdom van de Mieden is kleinschalig gebruik door boeren en de enorme grondwaterdruk van mineraalrijk kwelwater. Het kwelwater zorgt voor een ongekende plantenrijkdom, met alleen al meer dan 25 soorten zeggen. Voor floristen is het een paradijs en Staatsbosbeheer beheert er met zorg de enige blauwgraslanden van het noorden. Een goede startlocatie voor een bezoek aan de Mieden is het IJstijdenmuseum in Buitenpost.

Veenweidelandschap

Tussen Leeuwarden en Lauwersmeer ligt een uitgestrekt veenweidelandschap. Vanaf de jaren 80 zijn hier de natuurgebieden Groote Wielen, Sippenfennen, Houtwiel, Bûtefjild en Zwagermieden met elkaar verbonden. Het uitgestrekte landschap is opnieuw ingericht als riet- en moerasland. Naast fietsen en wandelen kun je hier ook uitstekend kanoën. In het dorpje Feanwâldsterwâl kun je een fluisterboot of kano huren. Voor de echte natuurliefhebber is er een prachtige wandeling mogelijk door het moerasgebied De Houtwiel onder Broekserwâld.

Burgumermar en De Leijen

Tussen Drachten en Burgum beheert Staatsbosbeheer ruim 1.000 hectare groot natuurgebied. Het gaat om hooilandpolders en moerasgebied rond het Burgumermar en De Leijen. Deze beide meertjes zijn enorm visrijk en trekt bijzondere fauna aan zoals de visarend, otter en de grote zilverreigers. In de winter slapen duizenden meeuwen en vogels op het water. Bijzondere bûtlan-flora is te vinden in de zomerpolders rond Eastermar. Rond de meertjes zijn leuke fiets- en wandelmogelijkheden met meer dan 10 observatiepunten. Een goede plek om te starten is bij het paviljoen de Leijen in Rottevalle. Download fietsroute Burgumermar.

Hotspots voor vogelaars 

Staatsbosbeheer beheert in Noard-Fryslân samen met boerenpachters tientallen polders die rijk zijn aan weidevogels. De polders zijn zelfs tussen 1 maart en 15 juni niet vrij toegankelijk, vanwege de broedperiode van de vogels. Je kunt deze polders dan wel bezoeken, doordat op strategische plekken vogelkijkhutten en kijkschermen zijn geplaatst. Deze zijn voor de lokale vogelaars echte ‘hotspots’. Een bijzondere locatie is bijvoorbeeld vogelkijkhut Wiide Mar bij Stiens, of vogelkijkhut Oogvliet, aan de Kelnersweg te Wanswerd. Kijk voor meer vogelkijkhutten op vogelkijkhut.nl.