Werk in uitvoering

Minder grote grazers in Oostvaardersplassen

Provincie Flevoland heeft besloten om het aantal grote grazers in de Oostvaarderplassen te verminderen. Dit nieuwe beleid voor de grote grazers gaat Staatsbosbeheer uitvoeren. Door het aantal grazers in de Oostvaardersplassen structureel te verlagen, komt er meer ruimte voor meer landschappelijke variatie, met open water, grasland, moeras struwelen en bosschages. Dat betekent concreet dat 1.830 edelherten worden afgeschoten en 160 konikpaarden verhuizen naar een andere plek.

Locatie

Het begraasde deel van de Oostvaardersplassen, tussen Lelystad en Almere (Nationaal Park Nieuw Land, Flevoland).

Looptijd

2018-2021.

Meer afwisseling, minder grazers

In een deel van de Oostvaardersplassen wordt het landschap opengehouden met behulp van grote grazers: heckrunderen, konikpaarden en edelherten. Op dit moment zijn er zoveel grote grazers, dat gevarieerde begroeiing onder druk staat. In natte en strenge winters konden veel dieren niet overleven. Als de dieren in conditie achteruit gingen, werden ze conform het 'vroeg reactieve beheer' door de faunabeheerders van Staatsbosbeheer afgeschoten. Dat leidde tot maatschappelijke onrust over de aanblik van vermagerde dieren en het niet structureel bijvoeren in de winter.

De onafhankelijke Commissie Van Geel heeft de Provincie Flevoland geadviseerd het totale aantal grazers te reduceren tot een voorlopig aantal van 1.100. Dat is nodig om het aantal grazers in balans te brengen met de draagkracht van het gebied, voor het behoud van natuurlijke leefgebieden van planten en dieren, en om te voorkomen dat dieren onnodig lijden door gebrek aan voedsel. Het verminderen van het aantal grote grazers maakt deel uit van het nieuwe, door de Provincie Flevoland vastgestelde beleid voor het beheer van de Oostvaardersplassen.

Edelherten

Voor de edelherten betekent dit dat de Provincie opdracht heeft gegeven om het aantal terug te brengen naar 490 dieren. Hiervoor zijn verschillende alternatieven onderzocht. Na afweging van deze alternatieven is besloten tot het afschieten van 1.830 edelherten. De groep herten die over blijft zal voor de helft uit mannelijke en voor de helft uit vrouwelijke dieren bestaan. De geschoten dieren worden grotendeels benut voor menselijke consumptie. Een deel van de dode dieren kan in het gebied blijven liggen als voedsel voor andere dieren. Geschoten dieren die niet de voedselketen in gaan, worden afgevoerd voor destructie.

Afschieten
Afschieten van edelherten vraagt veel voorbereiding. Met de helikoptertellingen die eind oktober zijn uitgevoerd is het actuele aantal edelherten vastgesteld. Veiligheid en zorgvuldigheid staan bij het afschieten voorop. Daarom is het gebied tijdens het afschieten afgesloten voor publiek en voor beheeractiviteiten. Ervaren, professionele faunabeheerders van of aangesteld door Staatsbosbeheer voeren het werk uit. Om verstoring van de andere dieren in het gebied te voorkomen, maken deze faunabeheerders gebruik van geluidsdempers.

Opdracht en vergunning
De opdracht en vergunningen voor de uitvoer van het beleid waren onderwerp van een tweetal rechtszaken. Inmiddels is hierover duidelijkheid en wordt gestart met het afschot. De vergunning geeft de ruimte om het afschotbeheer van de edelherten te laten plaatsvinden in de periode van 1 september 2018 tot 31 december 2019. Hierbinnen zijn de bronsttijd van de edelherten en het broedseizoen van vogels uitgesloten.

Hertenvlees
Om de verwerking en keuring van het hertenvlees mogelijk te maken, werken we samen met gespecialiseerde partijen: de NVWA voor de keuring van het vlees en een wildgroothandel voor de verwerking, transport en afzet van het vlees. Er zijn gespecialiseerde, gekwalificeerde wildgroothandels aangeschreven, zodat we zeker weten dat het vlees op een verantwoorde manier wordt verwerkt. De keuze van één partij hiervoor volgt binnenkort. Voor de tijdelijke opslag van de afgeschoten herten plaatsen we een koelinrichting.

Konikpaarden

Een deel van de konikpaarden wordt gevangen en verplaatst naar andere natuurgebieden. Wageningen University & Research heeft een inventarisatie gemaakt en criteria opgesteld voor de selectie van deze gebieden. Zo’n 160 koniks krijgen straks een ander thuis, en daarmee blijven er 450 paarden over in de Oostvaarderplassen. Ook uit het nabijgelegen Oostvaardersveld gaan konikpaarden verhuizen, afgestemd op het aantal dieren in het kerngebied.

Vangweide
Eind oktober is met helikoptertellingen het actuele aantal konikpaarden vastgesteld. Ook hebben we de sociale groepen en familieverbanden in kaart gebracht. De vangweide en vangkraal zijn ontworpen en ingericht en het vergunningentraject is doorlopen. We gaan de dieren passief lokken naar de vangweide en daar sociale groepen selecteren in de verschillende compartimenten. Van de weide worden ze overgebracht naar de vangkraal. Daar worden ze gechipt, geregistreerd en veterinair gekeurd. Zo zijn ze voorbereid op transport naar de geselecteerde natuurgebieden.

Transport
De konikpaarden gaan in kleine groepjes op transport en krijgen bij verblijf in de vangweide en tijdens het transport de juiste zorg. Een deel van de konikpaarden blijft mogelijk langere tijd in de vangweide. Na half maart kunnen de dieren niet meer op transport vanwege de drachtige merries. Het voornemen is om koniks die half maart nog in de vangweide staan buiten het kerngebied van de Oostvaardersplassen onder te brengen, totdat zij vervoerd kunnen worden naar hun definitieve bestemming.

Heckrunderen

Bij de heckrunderen hoeft er niets te veranderen; hun aantal komt overeen met de gestelde norm.

Meer informatie

Oostvaardersplassen

Toon project op kaart
Contact
boswachter met verrekijker
Boswachters Oostvaardersplassen
 
Meer over dit onderwerp