Met speciale honden de wolf op veilige afstand houden van schaapskuddes. In afgelegen Europese berggebieden werkt het; kan het ook in de drukbezochte Nederlandse natuur? Staatsbosbeheer test dat in drie projecten. De ‘kuddelijfwachten’ zijn inmiddels aan het werk op de Veluwe, de Strabrechtse Heide en De Meinweg.
De terugkeer van de wolf geeft de Nederlandse natuurbeheerders een paar nieuwe hoofdbrekens. Voorop staat dat het dier welkom is in hun gebieden; de aanwezigheid van deze toppredator zorgt voor een flinke verrijking van de biodiversiteit. Alleen: in de wolventerritoria leven vaak ook schaapskuddes die de heide helpen onderhouden - óók belangrijk voor de biodiversiteit. Wolfwerende rasters bieden uitkomst als de kudde rust. Maar wat als de kudde in beweging is? Kunnen wolven en begrazing wel samengaan?
Deze voor Nederland nieuwe vraag is elders in Europa altijd actueel gebleven, omdat de wolf daar nooit is weggeweest. De eeuwenoude traditie van de zogenoemde kuddebeschermingshonden is in die afgelegen berggebieden ook nog steeds springlevend. Ray Dorgelo, trainer van kuddebeschermingshonden, raakte er jaren geleden zo door gegrepen dat hij naar het Roemeense Transsylvanië verhuisde om er de fijne kneepjes van te leren. Toen hij onlangs terugkeerde naar Nederland, bracht hij die unieke expertise én een aantal kuddebeschermingshonden mee.
Als mens moet je even twee keer kijken om de honden te spotten middenin de kudde, maar omgekeerd is dat zeker níet zo. Kuddebeschermingshonden zijn altijd alert. Zelfs als ze maar wat lijken te suffen, staan hun zintuigen op scherp. Niets of niemand kan hun kudde ongemerkt benaderen. Iedere beweging zien ze, ook op grote afstand. Ze blijven stoïcijns; hooguit verraadt een spitsend oor of verstrakkende blik dat ze iets opmerken. Vaak blijft het daarbij, omdat het loos alarm blijkt. Maar komt een dreiging te dichtbij, dan laten de honden dat vol machtsvertoon weten: blaffen, grommen, rennen, rondstuiven. ‘Wáág het niet om in de buurt van mijn kudde te komen’, stralen ze uit. Dat doen ze met zo veel overtuigingskracht dat zelfs een slim en sterk roofdier als de wolf liever onverrichter zake afdruipt dan een confrontatie aangaat.
Niet alleen in natuurgebieden levert de terugkeer van de wolf weleens dilemma’s op. De Nationale Wetenschapsagenda heeft dit voorjaar vijf miljoen euro toegekend aan het programma WildLifeNL, dat onderzoekt hoe het gedrag van wilde dieren zoals wolven, wisents en wilde zwijnen én van mensen zo valt bij te sturen dat duurzaam samenleven mogelijk wordt. Ook verkennen de onderzoekers verschillende scenario’s voor een natuurinclusieve samenleving. Het onderzoek wordt geleid door de Universiteit Utrecht; Staatsbosbeheer is een van de partners.