Zandhagedis in Nederland
Het gaat weer aardig goed met de zandhagedis in ons land. Dit komt mede doordat er tegenwoordig goed rekening wordt gehouden met het leefgebied van dit reptiel: zand-, stuifduinen en heide met begroeiing als beschutting.
Duinen vastleggen en heide ontginnen
Dat was in de vorige eeuw wel anders. Tot 1994 werd veel zand in de duinen vastgelegd met helmgras en bomen. Dit om de dorpen bij de duinen te beschermen tegen het stuivende zand. Ook de ontginning van heidegebieden en de aanleg van naaldbos speelde de zandhagedis parten.
Verstuiving en vergrassing
Maar sinds 1995 worden er maatregelen genomen om de natuurlijke dynamiek en zandverstuiving in de duinen terug te brengen. Stukken duin worden opengemaakt, wat de leefomgeving van de zandhagedis ten goede komt. Heidegebieden worden tegenwoordig minder grootschalig geplagd. Al blijft stikstof – en daarmee het versneld dichtgroeien van heide door de grote hoeveelheden voedingsstoffen – wel een probleem.
Wat doet Staatsbosbeheer?
Staatsbosbeheer creëert open plekken door met beleid heide af te plaggen en zo vergrassing tegen te gaan. En op plekken in duinen waar het kan, halen we soms bomen weg om zandverstuiving mogelijk te maken. Zo krijgt het landschap meer variatie en ontstaan er meer open plekken. Dit is goed nieuws voor de zandhagedis.
Overige maatregelen:
- Inventariseren waar zandhagedissen hun rust- en nestplaatsen hebben en deze plekken ontzien.
- Werken buiten de kwetsbare perioden (voortplantingstijd en winterrust).
- Werkgebieden bijtijds afzetten zodat zandhagedissen er niet kunnen komen.
- Werken met aangepast materieel en zoveel mogelijk op paden blijven.
- Een Ecologisch Werkprotocol voor de zandhagedis opstellen. Hierin staat in welke periode we kunnen werken, welke maatregelen nodig zijn en wat het effect daarvan is op de zandhagedis en of begeleiding van de werkzaamheden door een zandhagedis-deskundige nodig is.