Over de nachtzwaluw
Naam
- Nachtzwaluw (Caprimulgus europaeus)
- Engels: European nightjar
- Duits: Ziegenmelker
- Behoort tot de familie van de nachtzwaluwen (Caprimulgidae)
Leefgebied
- Zandige, open gebieden: heide, zandverstuivingen, duinen, open dennenbossen.
- In Nederland op de Veluwe, in Brabant, en kleine populaties in Limburg, Drenthe, Overijssel en in de duinen.
IUCN-status
Niet bedreigd
Verborgen bestaan
De naam ‘nachtzwaluw’ is eigenlijk nogal verwarrend. Hij is namelijk geen zwaluw en is er zelfs geen familie van.
De nachtzwaluw leidt een verborgen bestaan. Hij is vooral ’s avonds en ’s nachts actief. Overdag biedt zijn grijsbruine verenkleed een uitstekende schutkleur als hij stil in de lengterichting op een tak zit. Die schutkleur komt ook goed van pas als de vogels ’s zomers op de kale grond onder een struik of boom hun eitjes uitbroeden.
Op het menu van de nachtzwaluw staan insecten, bij voorkeur nachtvlinders. Die eten en vangen ze vliegend in de lucht.
Langeafstandvlieger
De nachtzwaluw is een verrassende langeafstandvlieger. Hij overwintert in tropisch Afrika, tot wel in Angola toe. In maart begint de lange tocht naar de zandige broedgebieden in Europa. Daar zijn ze vanaf eind april weer voornamelijk te horen in de baltstijd.
Kenmerkend is hun indringende, ratelende geluid. En in baltstijd kun je ook het geluid van klapperende vleugels horen; mannetjes slaan hun vleugels tegen elkaar om vrouwtjes te lokken. Met een beetje geluk zie je in de schemer ook hun spectaculaire baltsvlucht.